sluiten met de initiatiefnemer van een bepaald project. Voordeel hiervan is dat de gemeente niet in alle gevallen hoeft op te draaien voor de planschadekosten (zowel vergoeding als advieskosten). Wij stellen voor om van dit nieuwe wetsartikel gebruik te maken. Wij zullen hier onder het volgende punt nader op ingaan. 5. Nieuwe procedureverordening planschadevergoeding 2005 De wetswijziging is aanleiding om de huidige procedureverordening te herzien. Daamaast zijn er ook zaken uit de huidige verordening die aanpassing verdienen, zo heeft ons de afgelopen jaren geleerd. Uiteindelijk heeft dit geleid tot een compleet nieuwe procedureverordening. De verordening dient als zodanig door de gemeenteraad te worden vastgesteld en is als bijlage 1 toegevoegd. Wij zullen hieronder artikelsgewijs de inhoud van de verordening doomemen en van een toelichting voorzien. Artikel 1. Begripsbepalingen. In dit artikel worden de diverse begrippen nader gedefmieerd. Artikel 2. Aanvraag. In dit artikel wordt ingegaan op de indieningsvereisten van een planschadeverzoek. In de oude verordening waren dergelijke bepalingen niet opgenomen, waardoor verzoeken soms heel lichtvaardig (zonder onderbouwing) werden ingediend. Aanvrager dient gebruik te maken van een door het college van B&W vastgesteld formulier. Dit formulier is reeds opgesteld en als bijlage toegevoegd (bijlage 3). Dit formulier verplicht aanvrager tot het deugdelijk motiveren van zijn verzoek. ftidien niet aan de indieningsvereisten wordt voldaan zal dit leiden tot niet- ontvankelijk verklaren van het verzoek, waarbij indiener wel eerst in de gelegenheid wordt gesteld het verzoek aan te vullen. Artikel 3. Advisering. In de vorige verordening was de Stichting Advisering Onroerende Zaken (S AOZ) te Rotterdam opgenomen als schadebeoordelingscommissie. Het 'alleenrecht' van de SAOZ staat in onze gemeente al langere tijd ter discussie. Er zijn meerdere andere bureaus die een planschadeverzoek kunnen beoordelen. Wij hebben daarom in de nieuwe verordening opgenomen dat voortaan offertes opgevraagd worden bij ten minste twee adviseurs. Vervolgens kan het college de beste aanbieding selecteren en de opdracht verstrekken. Artikel 4. Voorbereiding advies. Dit artikel regelt de werkwijze van de adviseur, zodat hierin eenduidigheid ontstaat en tevens de zorgvuldigheid van het proces wordt bewaakt. Een dergelijk artikel ontbrak in de oude verordening. De adviseur moet de aanvrager, het bestuursorgaan en (indien van toepassing) de initiatiefnemer in de gelegenheid stellen een reactie te geven en te horen. Er vindt een gezamenlijke hoorzitting plaats, waarvan door de adviseur verslag wordt opgesteld. De adviseur dient zicht tevens ter plaatse te orienteren. Artikel 5. Uitbrengen advies. Dit artikel geeft aan hoe en wanneer advies wordt uitgebracht. Het verplicht het college het advies beschikbaar te stellen aan aanvrager en initiatiefnemer. Daarbij hebben aanvrager en initiatiefnemer de mogelijkheid om binnen vier weken na verzending van het advies een reactie te geven. Artikel 6. Inwinnen tweede deskundigen advies De nieuwe verordening voorziet in de mogelijkheid tot een tweede deskundigenadvies of

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 14