GEMEENTE
LEEUWARDERADEEL
13
Stiens, 24-01-2005
Raadsvergadering:
Voorstelnummer:
Behandelend ambt.:
E-mail:
Telefooimr.
Onderwerp:
31 maart 2005
2005/18
J.S.Bos
j .bos@leeuwarderadeel.nl
058-257 66 70
Planologische procedure kunstwerk Britsum
Te nemen besluit: 1Verleen medewerking aan het bouwplan en verzoek om vrijstelling
voor een kunstwerk op het ijsbaanterrein in Britsum.
2. Delegeer de bevoegdheden m.b.t. de procedure artikel 19, lid 1
WRO voor dit bouwplan naar het college van B&W.
Korte inhoud: Door de gemeente is een bouwaanvraag ingediend voor een kunstwerk
op het ijsbaanterrein. Het kunstwerk past niet in het bestemmingsplan,
waardoor medewerking alleen mogelijk is middels een
vrijstellingsprocedure ex artikel 19, lid 1 WRO. Wij stellen u voor
hieraan medewerking te verlenen.
Inleiding:
Door de gemeente is op 11 januari 2005 een bouwaanvraag ingediend voor een kunstwerk op
de ijsbaan in Britsum. Aan het kunstwerk is een prijsvraag voorafgegaan. Uiteindelijk is
gekozen voor het kunstobject "terpafgravingen". Voor de verdere gang van zaken verwijzen
wij u naar ons besluit van 10 augustus 2004.
De ijsbaan valt binnen het bestemmingsplan Buitengebied en heeft de bestemming landelijk
gebied met de aanduiding ijsbaan. Het kunstwerk past door zijn hoogte van 7 meter niet
binnen de bebouwingsbepalingen, toegestaan is maximaal 3 meter. Medewerking is daardoor
alleen mogelijk middels een vrijstellingsprocedure op grond van artikel 19, lid 1 WRO
waarbij de gemeenteraad beslissingsbevoegd is. Het kunstwerk past namelijk ook niet binnen
de bepalingen van artikel 20 Bro, waardoor medewerking via artikel 19, lid 3 WRO
(kruimelregeling) niet van toepassing is. Gelet op de relatief geringe grootte van het
bouwwerk hadden wij het overigens wel legitiem gevonden wanneer de wetgever dit onder de
kruimelregeling had laten vallen.
Het bouwplan achten wij stedenbouwkundig en planologisch aanvaardbaar, derhalve is het
voorstel om medewerking te verlenen aan het bouwplan.
Argumenten:
1.1. Medewerking is vanuit landschappelijk en planologisch oogpunt verantwoord.
Het kunstwerk ontmoet vanuit ruimtelijke overwegingen geen bezwaren. Daarbij spelen ook
de 'culturele' aspecten een rol om medewerking te verlenen.