Artikel 3 Informatieverstrekking door college
1. Het college is verantwoordelijk voor de samenstelling van de jaarrekening conform
de geldende interne - en exteme wet - en regelgeving en overlegt deze aan de
accountant voor controle.
2. Het college draagt er zorg voor dat alle aan de jaarrekening ten grondslag liggende
verordeningen, nota's, collegebesluiten, deelverantwoordingen, administraties,
plannen, overeenkomsten, berekeningen e.d. voor de accountant ter inzage liggen en
goed toegankelijk zijn.
3. Bij de jaarrekening bevestigt het college schriftelijk aan de accountant, dat alle hem
bekende informatie van belang voor de oordeelsvorming van de accountant is
verstrekt.
4. Het college overlegt de gecontroleerde jaarrekening samen met de
accountantsverklaring en het verslag van bevindingen voor uiterlijk 1 juni aan de
raad.
5. Alle informatie die na afgiflte van de accountantsverklaring en voor behandeling van
de jaarrekening in de raad beschikbaar komt en die van invloed is op het beeld dat de
jaarrekening geeft, wordt terstond door het college aan de raad en de accountant
gemeld.
Artikel 4 Inrichting accountantscontrole
1. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de wijze waarop
de accountantscontrole wordt ingericht, alsmede de aard en de omvang van de
daarbij behorende werkzaamheden.
2. De accountant bepaalt binnen het kader van de opdrachtverlening de ffequentie van
de uit te voeren controles. De accountant kan de controlewerkzaamheden zonder
voorafgaande kennisgeving uitvoeren.
3. Ter bevordering van een efficiente en doeltreffende accountantscontrole vindt
periodiek (afstemmings-)overleg plaats tussen de accountant en (een
vertegenwoordiger uit) de raad en/of (een vertegenwoordiger van) de
rekenkamer(functie), de portefeuillehouder financien en vertegenwoordigers uit de
ambtelijke organisatie.
Artikel 5 Toegang tot informatie
1. De accountant is bevoegd tot het opnemen van alle kassen, waardepapieren en
voorraden en het inzien van alle boeken, notulen, brieven, computerbestanden en
overige bescheiden, waarvan hij inzage voor de accountantscontrole nodig oordeelt.
Het college draagt er zorg voor dat de accountant voor de uitvoering van zijn
controlewerkzaamheden een onbelemmerde toegang heeft tot alle kantoren,
magazijnen, werkplaatsen, terreinen en informatiedragers van de gemeente.
2. De accountant is bevoegd om van alle ambtenaren mondelinge en schriftelijke
inlichtingen en verklaringen te verlangen die hij voor de uitvoering van zijn opdracht
26