ontwikkelingen voor. Centrale uitgangspunten daarbij zijn optimalisatie van de inzameling
van afvalstoffen enerzijds en anderzijds medewerking van huishoudens (blijven) stimuleren
en ook reguleren/verplichten. Om grip te houden op de inzamelstructuur van afval is een
actueel juridisch kader noodzakelijk. De huidige gemeentelijke inzamelstructuur van afval
wordt middels de APV, afdeling 4.2 Afvalstoffen gereguleerd. De inzamelstructuur en de
hierop betrekking hebbende regelgeving, is in de loop van de tijd veranderd. Geconstateerd
moet worden dat de afstemming tussen de huidige afdeling Afvalstoffen van de APV en de in
de in afgelopen jaren voorgedane veranderingen, zoals wijzigingen in de wetgeving, niet meer
optimaal is. De huidige afdeling 4.2 afvalstoffen uit de APV is gezien de wijziging van de
Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) aan herziening toe. Dat betekent concreet
aanpassing aan de nieuwe wetgeving..
2. Gemeentelijke afvalstoffenverordening
De afvalstoffenverordening heeft betrekking op die bepalingen die worden gesteld voor het
beheer van huishoudelijke en andere afvalstoffen. Op grond van artikel 10.23 Wet
milieubeheer (Wm) zijn gemeenten verplicht een afvalstoffenverordening vast te stellen in het
belang van de bescherming van het milieu. Artikel 10.24 Wm schrijft de verplichte inhoud
van de afvalstoffenverordening voor. Artikel 10.25 Wm somt een aantal onderwerpen op die
facultatief in de afvalstoffenverordening kunnen worden opgenomen, zoals het voorkomen en
opruimen van zwerfafval.
3. De afvalstoffenverordening uit de Algemene Plaatselijke Verordening (APV)
De VNG heeft gemeenten geadviseerd om de afdeling 4.2 (de afvalstoffenverordening) uit de
APV te halen. Hiervoor zijn de volgende redenen aan te voeren. De APV is in het algemeen
gebaseerd op de bevoegdheid van de gemeente om onderwerpen die de gemeentelijke
huishouding aangaan aanvullend te reguleren op grond van artikel 149 Gemeentewet. Door de
verbreding van de grondslag van de afvalstoffenverordening in de Wm is de behoefte om
autonome bepalingen op te nemen in de afvalstoffenverordening nagenoeg beperkt. De APV
wordt in het algemeen beheerd door de cluster Burgers (sector Publiekszaken). De
afvalstoffenverordening daarentegen wordt beheerd door de cluster Beheer (sector
Grondgebied)De afvalstoffenverordening past - ook qua omvang - niet meer in de opzet van
de APV. De meeste onderwerpen zijn - in het kader van de aanvullende bevoegdheid op
grond van artikel 149 Gemeentewet - kort en bondig van aard. Een onderwerp wordt
doorgaans gereguleerd in een of soms enkele bepalingen. Afdeling 4.2 APV bestond uit 19
bepalingen. Het vaststellen van een aparte afvalstoffenverordening is niet wettelijk verplicht.
De meeste gemeenten werken echter al met een aparte afvalstoffenverordening. In het geval
van een aparte verordening dient wel rekening te worden gehouden met de aanhef (grondslag
van de afvalstoffenverordening, artikel 10.23 Wm) en de strafbaarstelling.
4. Aanleiding herziening: wijziging van de Wet milieubeheer
Op 8 mei 2002 is de wijziging van de Wet milieubeheer (structuur beheer afvalstoffen) in
werking getreden, met uitzondering van een beperkt aantal artikelen. Hiertoe is hoofdstuk
Afvalstoffen in de Wet milieubeheer opgenomen. Met name titel 10.4 "Het beheer van
huishoudelijke en andere afvalstoffen" heeft een aantal consequenties voor de
afvalstoffenverordening (de voormalige afdeling 4.2 APV). De gevolgen van de wijziging
van de Wet milieubeheer voor de afvalstoffenverordening zijn op een rij gezet. De
belangrijkste inhoudelijke wijzigingen van de afvalstoffenbepalingen, zijn hieronder
puntsgewijs kort op een rij gezet:
- Verbreding van de grondslag van de afvalstoffenverordening;
- Het verbod vergunningenstelsel voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen;