- De bevoegdheid tot het stellen van regels over de inzameling van huishoudelijk afval;
- Het stellen van regels bij verordening over het voorkomen en opruimen van zwerfafval;
- Het stellen van regels bij verordening over de opslag van afvalstoffen;
- Aanwijzing van de inzameldienst bij besluit van het college.
Andere wijzigingen in de Wet milieubeheer die indirect van belang zijn voor de
herziening hebben kort samengevat betrekking op:
- Doelmatigheidstoets: doelmatig beheer in plaats van doelmatige verwijdenng;
- Bij afwijkingen bij verordening stelt het college en niet de gemeenteraad de inspecteur
op de hoogte van het voomemen;
- De sturende rol van het rijk via amvb's in plaats van de sturende rol van de provmcies via de
provinciale milieuverordeningen.
5. Inhoud afvalstoffenverordening ten opzichte van het VNG-model
Bij het op stellen van de afvalstoffenverordening is het VNG-model in grote mate gevolgd.
Indien noodzakelijk of wenselijk geacht zijn artikelen aangepast aan de gemeentehjke situatie,
in overeenstemming met door de VNG aangegeven commentaar of in het model open gelaten
invulruimte. Een vergunningstelsel voor de inzameling van bedrijfsafvalstoffen keert met
meer terug in de afvalstoffenverordening, in aansluiting bij hetgeen in de Wet milieubeheer
hierover is gesteld. In plaats hiervan zijn de artikelen 22, 23 en 24 overgenomen mt het VNG-
model Verder dient opgemerkt te worden dat de door de VNG in het model aangegeven
facultatieve onderdelen hierin volledig zijn overgenomen uit de model-
afvalstoffenverordening. Dit aangezien deze onderwerpen tevens voor de gemeentehjke
situatie van toepassing zijn.. Het betreft de bepalingen over zwerfafval (artikelen 25 t/m 30),
die ook al in de Algemene Plaatselijke Verordening waren opgenomen. Gemeenten zijn m
dezen overigens verplicht om bij de vaststelling of wijziging van de afvalstoffenverordening
rekening te houden met het gemeentehjke milieubeleidsplan en milieuprogramma. Dit was
niet zo geregeld onder het oude regiem (waarmee zodoende nu ook wordt voldaan aan de
nieuwe wettelijke regeling). Nieuw zijn de bepalingen over de opslag van afvalstoffen en
afgifite van autowrakken door huishoudens (artikelen 31 en 32). Ook die zijn volledig
overgenomen uit de model-verordening.
Aangezien het een aparte verordening betreft moeten naast de algemene bepalingen, ook de
slotbepalingen, waaronder de strafbepaling, zijn opgenomen in de afvalstoffenverordening.
Deze bepalingen maken ook onderdeel uit van de Algemene Plaatselijke Verordening en zijn
in de Afvalstoffenverordening hieraan volledig geconformeerd.
Vergadering raadscommissie 7 april 2005:
Naar aanleiding van vragen/opmerkingen over mogelijke regels t.a.v. het inzamelen van
bedrijfsafvalstoffen het volgende.
De gemeente heeft qua inzameling van bedrijfsafvalstoffen geen zorgplicht en kan niet
bepalen wie er binnen de gemeente al dan niet mogen inzamelen zoals dat bij huishoudelijke
afvalstoffen het geval is. In die zin mag door de gemeente geen vergunningstelsel meer
worden gehanteerd voor inzamelaars van bedrij fsafvalstoffen.
De gemeente mag wel regels stellen inzake de inzameling van bedrijfsafvalstoffen in het
belang van de bescherming van het milieu. Te denken valt aan het aanwijzen van dagen,
tijden, wijze en plaatsen waarop bedrijfsafvalstoffen worden aangeboden.Dit ter beperkmg of