Artikel 14 Het lidmaatschap van het Dagelijks Bestuur eindigt op de dag waarop het lid de hoedanigheid verliest, waarin hij is benoemd respectievelijk ingevolge het eerste lid van artikel 13 is aangewezen. De leden van het Dagelijks Bestuur kunnen te alien tijde ontslag nemen. Van dit ontslag stellen zij de voorzitter op de hoogte. In een tussentijdse vacature wordt op de eerstvolgende vergadering van het Algemeen Bestuur een nieuw lid benoemd. De leden van het Dagelijks Bestuur treden als lid van dit bestuur af op de dag waarop de zittingsperiode voor de leden van de raden afloopt, met dien verstande dat de in artikel 13, lid 1 sub e bedoelde leden maximaal 8 jaar zitting kunnen hebben in het Dagelijks Bestuur. In de gevallen van lid 2 en 3 blijven de leden hun functie waarnemen tot door het Algemeen Bestuur in hun opvolging is voorzien. Artikel 1 5 Het Dagelijks Bestuur vergadert zo dikwijls als de voorzitter dit nodig oordeelt, of zulks schriftelijk door een lid van het Dagelijks Bestuur onder opgave van de te behandelen onderwerpen wordt verzocht. Indien het Dagelijks Bestuur of de voorzitter het nodig oordeelt, kunnen een of meer deskundigen uitgenodigd worden om aan de beraadslagingen deel te nemen. Zij hebben een adviserende stem. Artikel 1 6 Het Dagelijks Bestuur is belast met: a. de voorbereiding van al hetgeen aan het Algemeen Bestuur ter overweging en beslissing zal worden voorgelegd; b. de uitvoering van de besluiten van het Algemeen Bestuur; c. het beheer van de activa en de passiva van het lichaam; b. de zorg, voor zover deze niet aan anderen is opgedragen, voor de controle op het geldelijk beheer en de boekhouding; c. het nemen van alle conservatoire maatregelen, zowel in als buiten rechte, en het doen van alles wat nodig is ter voorkomen van verjaren en verlies van recht of bezit; f. de benoeming, de schorsing, het ontslag, dan wel de tewerkstelling op arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht van het personeel met uitzondering van de architect-directeur een en ander overeenkomstig het bepaalde in artikel 31 en verder voor zover het Algemeen Bestuur zich de betreffende bevoegdheden niet heeft voorbehouden. 12

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 60