(voortgezet) speciaal onderwijs in een internaat of pleeggezin verblijft, volgens het bepaalde in deze Titel. Artikel 22: Bekostiging kosten weekeinde- en vakantievervoer. 1Het college verstrekt aan de ouders bekostiging van de kosten van het weeekeindevervoer van de leerling voor de eenmaal per weekeinde, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de weekeinden niet vallen binnen de in het tweede lid bedoelde schoolvakanties. 2. Het college bekostigt de kosten van het vakantievervoer van de leerling voor de, eenmaal per schoolvakantie van twee dagen of meer, gemaakte reis van het internaat of het pleeggezin waar de leerling verblijft, naar de woning van de ouders en terug, voorzover de vakantie voorkomt in het schoolpan van de school die de leerling bezoekt. 3. Titel 3 van deze verordening is van overeenkomstige toepassing, met uitzondering van artikel 16, 17, tweede lid, artikel 18, eerste lid onder b, artikel 18, tweede lid en artikel 20. Titel 5: Eigen bijdrage en bekostiging naar financide draagkracht. Artikel 23Drempelbedrag 1. Aan de ouders van een leerling die een school voor basisonderwijs bezoekt vanwege godsdienstige of levensbeschouwelijke richting maar niet vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap, van wie het inkomen tezamen niet meer bedraagt dan euro 17.700 wordt slechts bekostiging verstrekt voorzover de kosten van het vervoer van die leerling de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand te boven gaan. 2. In geval het college in plaats van bekostiging in geld toe te kennen het vervoer zelf verzorgt dan wel doet verzorgen, betalen de ouders van een leerling die een school bezoekt voor basisonderwijs genoemd in het eerste lid, per leerling per schooljaar een eigen bijdrage die gelijk is aan de kosten van het openbaar vervoer over de in artikel 11 bepaalde afstand, indien het inkomen van de ouders meer dan 17.700,-. 3. De kosten voor openbaar vervoer, genoemd in het eerste en tweede lid, betreffen de kosten van het openbaar vervoer die op grond van de zone-indeling in de regeling die is gebaseerd is op artikel 30, eerste lid, van de Wet personenvervoer 2000, voor de afstand redelijkerwijs zouden worden gemaakt, ongeacht de aanwezigheid van openbaar vervoer of het daadwerkelijk gebruik ervan. 4. Het bedrag van euro 17.700,- genoemd in het eerste lid en tweede lid, wordt met ingang van 1 januari 1999 jaarlijks aangepast aan de wijziging die het indexcijfer van de regelingslonen van volwassen werknemers heeft ondergaan ten opzichte van het voorafgaande jaar en rekenkundig afgerond op een veelvoud van euro 450,-. Het aangepaste bedrag treedt in plaats van het in het eerste en tweede lid genoemde bedrag van euro 17.700,-. 5. Deze bepaling is niet van toepassing op de leerling voor wie ingevolge Titel 6 een vervoersvoorziening is verstrekt. Artikel 24: Financide draagkracht 1. Indien een leerling een school voor basisonderwijs bezoekt vanwege godsdienstige of levensbeschouwelijke richting maar niet vanwege een lichamelijke, verstandelijke of zintuiglijke handicap en de afstand van de woning naar de dichtstbijzijnde toegankelijke school voor basisonderwijs meer dan 20 kilometer bedraagt, wordt de vastgestelde bekostiging verminderd met een van de financide draagkracht van de ouders afhankelijk bedrag. 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 56