oostgevel zullen worden gemonteerd.
Het argument aangaande de zakkende verkoopwaarde kan niet als objectief meetpunt
worden beschouwd, omdat niet inzichtelijk is gemaakt of dit een reele verkoopwaarde is.
Dit doet voor de planologische vergelijking overigens niet ter zake.
De opmerkingen aangaande de gevoerde procedure en de houding van de gemeente doen
eveneens niet ter zake. De heer Van der Schel heeft in de gevoerde procedure de
gebruikelijke en wettelijke ruimte gekregen zijn zienswijze naar voren te brengen. Dat de
wensen van de heer Van der Schel niet gehonoreerd zijn doet niets af aan de
zorgvuldigheid van de gevoerde procedure.
Gelet op het voorgaande stellen wij voor om het planschadeverzoek op basis van artikel 3 van
de procedureverordening planschadevergoeding d.d. 21 juli 1994 af te wijzen.
Kanttekeningen:
Het bestemmingsplan Hijum en Hijum 2e fase zal worden herzien. Het
voorontwerpbestemmingsplan zal in het najaar van 2005 aan de raadscommissie worden
voorgelegd om vrij te geven voor inspraak en overleg.
Financiele toelichting:
Eventuele planschadekosten m.b.t. het pleinafsluitend gebouw zullen geboekt worden op het
grondbedrijf.
Uitvoering afhandeling:
Door cluster VROM. Het eerste verzoek wordt in handen gesteld van de SAOZ. Het advies
van de SAOZ wordt vervolgens aan uw raad ter besluitvorming voorgelegd. Het tweede
verzoek wordt afgewezen, hiertegen is door belanghebbende bezwaar en beroep mogelijk.
Evaluatie:
n.v.t.
Commissie:
Commissie maand Juli.
Advies oordeel: De commissie heeft aangegeven in te kunnen stemmen met dit voorstel.
Bijlagen:
- planschadeverzoek Langhout en Wiarda namens Anjema en Brolsma, d.d. 3 maart 2005;
- planschadeverzoek van de heer O.J. van der Schel d.d. 26 maart 2005.
Ter inzage gelegde stukken:
- fragment bestemmingsplan Hijum 2e fase (1981);
- kopie planschadeverordening 1994.
Burgemeester en wethouders van Leeuwarderadeel,
De secretaris de burgemeester
J.J. KINGMA
DRS.E.J. TERKEURS
