1. Inleiding Op 19 december 1994 werd de notitie "Kinderspeelterreinen" (Bijlage A.) door de gemeente- raad vastgesteld. Aanleiding voor deze notitie was de wens om tot een (meer) uniform beleid betreffende kinderspeelterrein te komen. Tot dat moment was dit beleidsterrein nogal verbrokkeld. Thans, mim 10 jaar later, kunnen wij concluderen dat de voomoemde notitie de basis voor een meer gestructureerd beleid ten aanzien van kinderspeelterreinen is geweest. Er is een herkenbaar beleidskader tot stand gekomen. Een aantal zaken staat duidelijk op de rails. Als zaken die in dit kader de afgelopen jaren van de grond zijn gekomen kunnen b.v. worden genoemd: *een dorps- c.q. wijkgerichte beleidslijn/aanpak. *het afsluiten van overeenkomsten met de beheerders van de verschillende kinderspeel terreinen (verenigingen van dorpsbelangen en buurtverenigingen). Aspecten die hierbij een rol speelden waren: -de betrokkenheid en verantwoordelijkheid van de mensen bij de eigen leefomgeving wordt vergroot; -er is meer sociale controle op de kinderspeelplaatsen; -de bewoners kunnen zelf kiezen wat er aan speeltoestellen wordt geplaatst; en -de saamhorigheid inde buurt/wijk wordt bevorderd. *het jaarlijks in de "Gemeentebegroting" opnemen van een budget "Kinderspeelterreinen". *het, in samenwerking met de gemeente Ferwerderadiel, aanstellen van een 'controleur kinderspeelterreinen *het bijhouden van logboeken. Een ontwikkeling die de laatste jaren echter wel als een zware last op het vorenstaande heeft gedrukt is het per 27 maart 1997 in werking getreden Besluit "Veiligheid van attractie- en speeltoestellen" (het 'Attractiebesluit'). In dit Besluit wordt, op basis van Europese wetgeving, de veiligheid van de op openbare kinderspeelterreinen opgerichte speeltoestellen geregeld. Maar zoals zo vaak bij Europese Wetgeving worden de hierin opgenomen veilig- heidsrichtlijnen en -normen gedurende de looptijd steeds verder aangescherpt. In de praktijk, dus ook in onze gemeente, betekent, dit dan een continue (financiele) strijd tegen het op peil houden van de aanwezige speeltoestellen. 2. Huidige situatie Zoals hiervoor al is aangegeven is er de laatste jaren toch wel enige structuur in het gemeentelijke beleid ten aanzien van kinderspeelterreinen ontstaan. Daarbij plaatsen wij echter wel de kanttekening dat er ook de nodige hiaten zijn (ontstaan). a. De veiligheidseisen In de eerste plaats is dit de al gememoreerde Europese Wetgeving. Doordat veiligheids- richtlijnen en -normen steeds verder worden aangescherpt betekent dit dat speeltoestellen steeds vaker moeten worden aangepast en/of hersteld, of soms zelfs geheel (moeten) worden afgekeurd (en dus door nieuwe speeltoestellen moeten worden vervangen). Dit betekent dan een fikse aanslag op de financiele middelen van zowel de gemeente als van de beheerders van de kinderspeelterreinen. Het jaarlijks in de "Gemeentebegroting" opgenomen budget "Kinderspeelterrein" voorziet hier niet altijd (meer) in.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 59