onderhoud en zijn vandalismebestendiger dan b.v. houten speeltoestellen. Op termijn verdient
de hogere aanschafprijs zich dan ook terug.
5. Aansprakeliikheid
Wanneer er een ongeval plaatsvindt op een kinderspeelterrein dan zijn er twee mogelijkheden
voor de aansprakelijkheid:
soms is de gemeente aansprakelijk.
soms kan ook de beheerder aansprakelijk worden gesteld.
Wie in een bepaald geval aansprakelijk is, hangt van de omstandigheden van het ongeval af.
De gemeente is in bepaalde gevallen aansprakelijk als eigenaar van de ondergrond. De
kinderspeelterreinen in onze gemeente zijn allemaal op gemeentelijke grond gelegen. Grond
is een onroerend goed. lets dat duurzaam met de grond is verenigd, wordt door de wet ook als
onroerend beschouwd. Dat geldt dus ook voor speeltoestellen. Het gevolg hiervan is dat de
eindverantwoordelijkheid voor de veiligheid van de kinderspeelterreinen bij de eigenaar van
de grond ligt. Dus bij de gemeente. De gemeente heeft vanuit dit gegeven een WA-
verzekering, die ook van toepassing is op de kinderspeelvoorzieningen. Als een ongeval het
gevolg is van een gebrekkig toestel dan kan de gemeente dit verhalen op de leverancier van
het betreffende speeltoestel.
Een beheerder kan als beheerder van een kinderspeelterrein aansprakelijk worden gesteld. Als
een speeltoestel niet gebrekkig is maar er gebeurt toch een ongeluk als gevolg van
onzorgvuldig onderhoud, dan is degene aansprakelijk die onzorgvuldig handelt, b.v. door het
creeren van een gevaarlijke situatie. Onzorgvuldig handelen moet echter wel worden
bewezen. Met andere woorden, in een dergelijke situatie moet wel een verwijt kunnen worden
gemaakt. Anders is er in de regel geen aansprakelijkheid. Daarom moeten beheerders altijd
zorgen voor een veilige inrichting, overeenkomstig hetAttractiebesluit. Dat geldt voor zowel
de speeltoestellen als de ondergrond.
Wanneer het kinderspeelterrein voldoet aan de eisen van het 'Attractiebesluit' en alles wordt
op een normale manier onderhouden, dan heeft niemand iets te vrezen. Pas wanneer er sprake
is van een ongeval door opzet of grove schuld, dan zal aansprakelijkheid aan de orde kunnen
komen.
Tot op heden is het vorenstaande in onze gemeente altijd ingevuld op een manier waarbij de
gemeente altijd als eindverantwoordelijke werd beschouwd. Uitgangspunt hierbij was dat
kinderspeelterrein regelmatig werden gecontroleerd en de beheerders de hierbij geconstateer-
de gebreken direct herstelden en er op basis hiervan in principe geen onveilige speeltoestellen
zouden kunnen zijn.
Deze lijn zou kunnen worden voorgezet bij de hiervoor gememoreerde strikte handhavings-
lijn. De gemeente blijft dan, via controle, aanschrijving en handhaving procesmatig de
regisseur en vanuit deze regierol als zodanig de eindverantwoordelijke in het geheel.
Voorwaarde hierbij dient dan echter wel te zijn dat er dan ook adequaat bij geconstateerde
gebreken wordt opgetreden, zowel van de kant van de beheerder (het uitvoeren van de
benodigde herstelwerkzaamheden) als van de kant van de gemeente (eventuele sancties).
Er kunnen hierbij echter mogelijk toch nog 'grijze circuits' voorkomen. Situaties waarbij, met
alle voomoemde goede bedoelingen, vragen/twijfels over de aansprakelijkheid kunnen
ontstaan. Heeft een beheerder wel accuraat en zorgvuldig op een gemeentelijke aanschrijving
gereageerd? Verzekeringskwesties kunnen soms ondoorgrondelijk zijn.
7