Kort verslag van gesprek met indieners zienswijze bestemmingsplan Stiens
Invullocaties
d.d. 12 juli 2005 in het gemeentehuis te Stiens.
Aanwezig zijn:
Als indieners van een zienswijze: de heer en mevrouw Vogt, de heer De Vrij, de heer en
mevrouw Boersma, de heer en mevrouw Jansma, de heer en mevrouw Halbersma, de heer en
mevrouw Buikhuizen.
Van of namens de gemeente: de heer De Ruiter (Arcadis), de heer Waslander (KAW), de heer
Keizer (wethouder R.O.), de heer Ter Keurs (burgemeester), de heer Breunis (KAW,
voorzitter) en de heer Van Keulen (notulist).
Nadat de burgemeester de aanwezigen welkom heeft geheten, waarbij hij aangeeft dat hij en
de wethouder als toehoorder aanwezig zijn, geeft hij het woord aan de heer Breunis,
projectleider van het woningbouwplan. De heer Boersma verontschuldigt de heer Kleefman
die vanwege familieomstandigheden niet aanwezig kan zijn.
In een korte inleiding wordt door de heer Breunis aangegeven dat naar aanleiding van de
raadscommissievergadering de projectgroep onderzoek heeft gedaan naar de mogelijkheden
om tegemoet te komen aan de ingebrachte zienswijzen. Hierbij is een splitsing gemaakt in
enerzijds het probleem van het bouwvolume en de afstand in relatie tot de woningen aan het
Platohof en anderzijds de waterproblematiek.
De heer Waslander geeft aan welke mogelijkheid er bestaat om tegemoet te komen aan de
bezwaren van de bewoners van het Platohof voor wat betreft de schaduwhinder. Hij deelt mee
dat er in de oplossing ook gezocht is naar een tegemoetkoming aan de bezwaren van
omwonenden met het geplande fiets/voetpad langs het gebouw. Het voorstel is nu om dit pad
te laten vervallen waardoor er ruimte ontstaat om het bouwplan 4,5 meter op te schuiven in
westelijke richting. Hierdoor ontstaat er een grotere ruimte (bijna 35 meter op de kortste
afstand) tussen het gebouw en de woningen aan het Platohof. Uiteraard heeft dit een zeer
positieve invloed op het zonlicht.
Als reactie hierop delen aanwezigen mee dat zij verbaast zijn dat de maquette nog altijd een
onjuist beeld geeft. De heer Waslander geeft aan dat de maquette een schaal heeft van 1:500
en dat hiervan niet de exacte maten gemeten mogen worden. Een maquette geeft slechts een
indruk van het gebouw. Juist daarom zijn tekeningen gemaakt met dwarsdoorsneden waarop
wel de correcte hoogtematen zijn aangegeven.
Fam. Jansma geeft aan dat verschuiving van het bouwblok inhoudt dat het plan dichter bij zijn
woning komt. Hij heeft ook zijramen en dus meer zicht op het bouwblok.
Opgemerkt wordt dat het bouwblok wellicht kan verschuiven, maar dat het bestemmingsplan
daarmee nog niet veranderd is. Daarbij wordt geconstateerd dat de verschuiving niet een
verkleining/verlaging van het bouwplan inhoudt. De aanwezigen blijven van mening dat het
volume van het bouwwerk niet past in de omgeving. Gevraagd wordt of er niet onderzocht is
of het gebouw lager kan.
De heer Breunis geeft aan dat diverse opties onderzocht zijn. Genoemd worden een lagere
verdiepingshoogte of dunnere vloer/dakdikte van de woningen en/of parkeergarage; geen 2
maar slechts 1 woning op de bovenste laag waardoor de goothoogte van het gebouw verlaagd
zou kunnen worden; het gehele blok verlagen (de parkeergarage de grond in). Deze opties