zijn afgevallen vanwege technische onmogelijkheden, dan wel het feit dat dit onvoldoende effect resulteert. Voorts is onderzocht of er een gehele bouwlaag zou kunnen verdwijnen, een woningbouwlaag dan wel de parkeerlaag. Deze optie is afgevallen omdat dit vanuit architectonische en fmanciele redenen voor de projectontwikkelaar niet acceptabel lijkt. Daarbij komt dat de parkeerlaag nodig is om binnen het gebied te voldoen aan de parkeemorm die er geldt. Parkeren buiten het terrein in de openbare ruimte om het gebouw heen is onmogelijk en niet wenselijk. De heer Boersma merkt op dat er in het verleden tekeningen zijn geweest van een plan met 2 en 3 bouwlagen op deze locatie. Hij zegt dat toen de N.S. locatie afgevallen is er gekozen is om op beide blokken een laag te zetten om zodoende toch aan de aantallen woningen te komen. De heer Breunis vraagt zich af waar dit idee vandaan komt en ontkent dit stellig. De heer Keizer wijst op een presentatieboekje van augustus 2004 waarin op deze locatie al gesproken wordt over een gebouw met begane grond, eerste, tweede en derde verdieping. Toen was de N.S. locatie nog niet afgevallen. De presentatie van deze locatie zit ook nog in dat betreffende boekje. De aanwezigen blijven stellen dat tijdens een presentatie tekeningen bestonden van een lager bouwwerk. De aanwezigen geven aan dat het voorstel dat nu gedaan is geen oplossing is maar een verschuiving van het probleem. Zij hadden verwacht dat er een ander bouwplan gepresenteerd zou worden. Gesteld wordt dat in de plannen de meest krappe locatie de hoogste bebouwing krijgt. Gevraagd wordt wat bedoeld wordt met de afweging tussen het algemeen belang en het bijzondere belang. Wiens algemene belang wordt nagestreefd? De bewoners rondom de locatie aan de Aldlansdyk hebben hun belangen en zij geven aan dat veel inwoners van Stiens de plannen zoals die nu gepresenteerd zijn niet mooi vinden. Er is nog nergens in Stiens zo hoog gebouwd. De heer De Vrij vraagt of het gebouw niet geplaatst kan worden op een van de andere locaties. De heer Waslander geeft aan dat iedere locatie zijn eigen specifieke kenmerken heeft en dat in de planvorming gezien is naar de lijn van het vm. spoortrace. Het bouwplan is juist op de kenmerken van deze locatie ontworpen. De heer Breunis stelt vast dat het gepresenteerde voorstel een oplossing biedt voor de schaduwhinder aan de Platohof. Aangenomen werd dat dit een tegemoetkoming zou zijn in de bezwaren. Hij constateert dat dit niet in voldoende mate het geval is. De omwonenden zien dit niet als substantiele verbetering van de situatie en blijven derhalve bij hun bezwaren. De heer Jansma vraagt of er over nagedacht is om het pand een kwart slag te draaien. Hierop wijst de heer Waslander wederom op het feit dat er aansluiting is gezocht met het spoor en dat draaien van het plan hiermee strijdig is. De heer en mevrouw Halbersma geven aan dat zij tegen de situatie zoals die in het ontwerp- bestemmingsplan zat voor hen niet bezwaarlijk was. Daarom hadden zij ook geen brief gestuurd. Zij melden dat indien het bouwplan 4,5 meter in hun richting komt, zij zeker zullen reageren en bezwaar hiertegen aantekenen. De heer Buikhuizen wijst nogmaals op de negatieve gevolgen van de massaliteit en de hoogte van de nieuwbouwplannen.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2005 | | pagina 90