Protocol leerlingenvervoer
Inleiding
De Wet gemeentelijke regelingen leerlingenvervoer is in 1987 in werking getreden. De wet is
gebaseerd op drie onderwijswetten, te weten:
de Wet op het primair onderwijs (WPO)
de Wet op de expertisecentra (WEC) en
de Wet op het voortgezet onderwijs.
In de wet krijgt de gemeenteraad de opdracht om een verordening vast te stellen voor het
vervoer van leerlingen naar scholen voor basisonderwijs en (voortgezet) speciaal onderwijs.
Het betreft raamwetgeving, waarin enerzijds de rechten van leerlingen en ouders worden
vastgelegd en anderzijds de vrijheid van gemeenten om bepaalde zaken naar eigen inzicht te
regelen. Er mag geen onderscheid worden gemaakt tussen openbaar en bijzonder onderwijs.
De op godsdienst of levensbeschouwing van ouders berustende keuze van een school moet
geeerbiedigd worden.
Verder zijn in de wet enkele instrumenten opgenomen voor gemeenten om de kosten van het
leerlingenvervoer te kunnen beheersen:
de afstand tussen woning en voor de leerling toegankelijke school
beperking van de vergoeding voor leerlingen boven een bepaalde leeftijd
drempelbedragen
e inkomensafhankelijke bijdragen
Gemeentelijke verordening leerlingenvervoer
Als een leerling door zijn leeftijd of handicap niet zelfstandig met het openbaar vervoer kan
reizen dan is de gemeente verplicht om aangepast vervoer te regelen, bijvoorbeeld met een
taxi of een busje.
Daarnaast is er een mogelijkheid voor de ouders/verzorgers, die verklaren dat zij wegens hun
gezondheid of andere omstandigheden niet in staat zijn hun kind van en naar school te (laten)
begeleiden, een medische verklaring van een arts overleggen. Uit deze verklaring moet blijken
dat de klacht zo ernstig is dat zij niet in staat zijn medisch gezien het kind te begeleiden per
openbaar vervoer of door andere omstandigheden niet in staat zijn de begeleiding door een
derde te organiseren. De leerling komt dan in aanmerking voor leerlingenvervoer.
Onderzoek arts
De arts onderzoekt de volgende aspecten:
Is bij de leerling sprake van een medisch probleem waardoor hij/zij niet zelfstandig kan
reizen of niet zelfstandig gebruik kan maken van het openbaarvervoer.
Is er sprake van ernstige medische problemen van de ouders of verzorgers waardoor zij
niet in staat zijn hun kind van en naar school te (laten) begeleiden per openbaarvervoer.
De volgende analyses moeten gemaakt worden:
1een ziekte of een gebrek moet aantoonbare beperkingen geven
2. een ziekte of een gebrek moet aantoonbare beperkingen geven waardoor de persoon
zijn /haar kind niet kan begeleiden.
3. dit gevolg moet rechtstreeks zijn;
4. dit gevolg moet vaststelbaar zijn;
5. dit vaststellen moet medisch zijn;
1
Protocol Sociaal Medische Advisering
GGD Fryslan