verkeer of ter verffaaiing van de gemeente, zoals lichtmasten, verkeersinstallaties,
standbeelden, monumenten, fonteinen, banken, abri's, hekken en palen;
1. plantsoenen, parken en waterpartijen, die bij de gemeente in beheer zijn of waarvan de
gemeente het genot heeft krachtens eigendom, bezit of beperkt recht, met uitzondering van
delen van zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
m. begraafplaatsen, umentuinen en crematoria, een en ander met uitzondering van delen van
zodanige onroerende zaken die dienen als woning;
n. sportvelden - niet zijnde gebouwen - ten gerieve of in belang van publiek en beoefenaren van
de sport;
o. jachthavens - niet zijnde gebouwen - ten gerieve of in belang van publiek en beoefenaren van
de watersport.
2. De vrijstelling met betrekking tot de in onderdeel j. van het eerste lid bedoelde onroerende zaken
voor de eigenarenbelasting geldt niet voor zover de gemeente van die zaken niet het genot heeft
krachtens eigendom, bezit of beperkt recht.
Artikel 5 Belastingtarieven
1. Voor elke voile 2.26S van de heffingsmaatstaf bedraagt:
a. de gebruikersbelasting
b. de eigenarenbelasting
2. Het bedrag van de belasting wordt per belastingaanslag naar
beneden afgerond op hele euro's.
3. Voor belastingbedragen tot 10 vindt geen invordering plaats.
Voor toepassing van de vorige volzin wordt het totaal van de op
een aanslagbiljet verenigde verschuldigde bedragen onroerende-
zaakbelastingen of andere heffmgen aangemerkt als een belasting
bedrag.
Artikel 6 Wijze van heffing
De belastingen worden bij wege van aanslag geheven.
Artikel 7 Termijnen van hetaling
1. In afwijking van artikel 9, eerste lid, van de Invorderingswet 1990 moeten de aanslagen worden
betaald in twee gelijke termijnen waarvan de eerste vervalt op de laatste dag van de maand volgend
op de maand die in de dagtekening van het aanslagbiljet is vermeld en de laatste termijn twee
maanden later.
2. In afwijking van het 1e lid geldt, zolang de verschuldigde bedragen door middel van automatische
incasso van de bankrekening van de belastingplichtige kunnen worden afgeschreven, dat de
aanslagen moeten worden betaald in acht gelijke termijnen.
De eerste termijn vervalt op de laatste dag van de maand volgend op de maand die in de dagtekening
van het aanslagbiljet is vermeld en elk van de volgende termijnen telkens een maand later.
3. De Algemene Termijnwet is niet van toepassing op de in de voorgaande leden gestelde termijnen.
Artikel 8 Nadere regels door het college van burgemeester en wethouders
De invordering geschiedt volgens de leidraad invordering. Het college van burgemeester en
wethouders kan nadere regels geven met betrekking tot de heffing en de invordering van de onroerende
zaakbelastingen.
2,75
3,43