maken van de busbaan, heeft het weinig gevolgen voor de doorstroming van de bussen, maar
biedt het altematief een onvoldoende werking.
Opmerking 2. Nut en noodzaak
Door reclamant wordt gesteld dat een onderbouwing ontbreekt voor de stelling dat de aanleg
van de Noordwesttangent een verbetering van de economie met zich meebrengt. Reclamant
geeft aan dat uit recent onderzoek blijkt dat de relatie tussen infrastructuur en economische
ontwikkeling complex en moeilijk is vast te stellen. Reclamant geeft aan dat een verbetering
van de infrastructuur er ook toe kan leiden dat bedrijven wegtrekken. Reclamant heeft grote
twijfels of de regio ten noorden van Stiens de concurrentiestrijd met andere regio's aan kan
gaan.
Reclamant merkt op dat er thans ten noorden van Stiens geen files zijn. Volgens reclamant
staan er ook geen ontwikkelingen op stapel die files in deze regio zullen veroorzaken.
Volgens reclamant bestaat 95% van het verkeer tussen Leeuwarden en Stiens uit
pendelverkeer van inwoners uit Stiens. Volgens reclamant zal de Noordwesttangent geen
oplossing bieden voor het fileprobleem. De aanleg van de Noordwesttangent zal volgens
reclamant slechts een vermindering van 13,7% van het verkeer op het wegvak Leeuwarden-
Stiens opleveren. Dit komt overeen met een opmerking van de m.e.r.-commissie, die stelde
dat een vermindering van 15% optreedt.
Reclamant merkt op dat onduidelijk is wat de bron is van het getal van 2700 motorvoertuigen
als sluipverkeer. Daarbij vraagt reclamant zich af of dit per etmaal is.
Reclamant stelt vraagtekens bij de aantallen motorvoertuigen die in het verkeersmodel zijn
genoemd. Het aantal van 20.900 motorvoertuigen per etmaal in 2015 bij Jelsum kan indiener
niet rijmen met een telling in 2005 op de Troelstrawei waarbij 12.900 voertuigen zijn geteld.
Reclamant stelt dat de meeste ongelukken gebeuren door te hard rijden. Om dit te voorkomen
biedt een trajectcontrole een goede oplossing.
Reactie
Voor een reactie op het eerste deel van deze zienswijze wordt verwezen naar de reactie 4
onder 2.
De telling waar naar wordt verwezen is gehouden op 8 maart 2005 van 7.00 - 19.00 uur. Deze
heeft dus betrekking op een gedeelte van de dag en een momentopname, terwijl in modellen
sprake is van een etmaalintensiteit op jaarbasis. Daarom kunnen deze cijfers niet met elkaar
worden vergeleken.
Om deze cijfers met elkaar te kunnen vergelijken, moet er een ophoging van de telling
plaatsvinden naar etmaal en moet er gekeken worden naar omstandigheden die van invloed
kunnen zijn op de telling. Ophoging van de telling naar etmaaljaargemiddelde betekent een
intensiteit van 16.963 motorvoertuigen. Hierbij is geen rekening gehouden met een omleiding
ten tijde van de telling vanwege werkzaamheden op de vliegbasis. Hierdoor is minder verkeer
geteld dan onder normale omstandigheden. Deze intensiteit moet worden opgehoogd naar
2015 voor een goede vergelijking met het verkeersmodel omdat de verkeerstelling in 2005
heeft plaatsgevonden. Bij een gematigde groei van 1,5% per jaar betekent dat 20.200
motorvoertuigen wat gebaseerd is op een telling waarbij minder verkeer is geteld dan onder
normale omstandigheden vanwege een omleiding.