Artikel 5.2.3 Standplaatsen
1Het is verboden zonder vergunning van het college op of aan de weg of aan een
openbaar water dan wel op een andere - al dan niet met enige beperking - voor
publiek toegankelijke en in de openlucht gelegen plaats:
a. met een voertuig, een kraam, een tafel of enig ander middel een standplaats in te
nemen of te hebben teneinde in de uitoefening van de handel goederen te koop aan
te bieden dan wel diensten aan te bieden;
b. anderszins goederen uit te stallen of uitgestald te hebben om deze te koop aan te
bieden, te verkopen of te verstrekken aan publiek.
2. Het is de rechthebbende op een perceel verboden toe te staan, dat daarop zonder
vergunning van het college standplaats wordt of is ingenomen of goederen worden of
zijn uitgestald als bedoeld in het eerste lid.
3. Het in het eerste lid, onder b, gestelde verbod geldt niet ten aanzien van het uitgestald
hebben van gedrukte of geschreven stukken waarin gedachten of gevoelens worden
geopenbaard als bedoeld in artikel 7, eerste lid, van de Grondwet.
4. De in het eerste en tweede lid gestelde verboden gelden niet op de plaats die is
aangewezen voor het houden van een markt, zulks gedurende de tijden dat de markt
gehouden wordt, voor een evenement als bedoeld in artikel 2.2.1, of voor het
organiseren van een markt als bedoeld in artikel 5.2.4.
5. Een vergunning kan worden geweigerd:
a. in het belang van de openbare orde;
b. in het belang van het voorkomen of beperken van overlast;
c. indien de standplaats hetzij op zichzelf, hetzij in verband met de omgeving niet
voldoet aan redelijke eisen van welstand;
d. in het belang van de verkeersvrijheid of-veiligheid;
e. wanneer als gevolg van bijzondere omstandigheden in de gemeente of in een deel der
gemeente redelijkerwijs te verwachten is dat door het verlenen van de vergunning
een redelijk verzorgingsniveau voor de consument ter plaatse in gevaar komt;
f. vanwege de strijdigheid met een geldend bestemmingsplan.
6.
a. Het verbod in het eerste lid geldt niet voorzover in het daarin geregelde onderwerp
wordt voorzien door de Wet beheer rijkswaterstaatswerken of het Provinciaal
wegenreglement Fryslan.
b. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder b, geldt niet voorzover in het daarin
geregelde onderwerp wordt voorzien door de Wet milieubeheer.
c. De weigeringsgrond van het vijfde lid, onder c, geldt niet voor bouwwerken.
7. Het college houdt de beslissing op een aanvraag voor een standplaatsvergunning aan,
indien de aanvraag tevens een Wet milieubeheerplichtige activiteit betreft en indien
geen toepassing kan worden gegeven aan het vijfde lid, tot de dag waarop de
beslissing over de Wet milieubeheervergunningaanvraag is genomen.
Voorstel en arsumentatie:
Deregulering bestaat niet alleen uit het verminderen van administratieve lasten, maar ook
uit het verhelderen en vereenvoudigen van regels. Hetgaat bij het nieuwe artikel over
standplaatsen dus niet om een inhoudelijke wijziging, maar om een tekstuele
modernisering Ook kunnen enkele oude artikelleden niet meer door de beugel.
Zo erkent b.v. de Europese Dienstenrichtlijn niet meer de hierboven in lid 5e. genoemde
weigeringsgrond ('voorzieningenniveau in de gemeente').