ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Artikel 1. Begripsbepalingen
Bij de definiering van de begrippen is zoveel mogelijk aansluiting gezocht bij de Wro en het
Bro en voor zover dit noodzakelijk werd geacht is een aanvulling gegeven. Voor een juiste
interpretatie van de verordening is naast raadpleging van artikel 1 kennisneming van de
algemene bepalingen in artikel 6.1.1.1 Bro van belang. Ten behoeve van de duidelijkheid van
de begrippen adviseur en adviescommissie is in deze verordening een van het Bro afwijkende
omschrijving van het begrip adviseur opgenomen. Het begrip gemeente is afzonderlijk
gedefmieerd om te verduidelijken dat indien de verordening het woord gemeente gebruikt, het
de gemeente betreft waar de aanvraag om tegemoetkoming in planschade is ingediend.
Artikel 2. Opdrachtverstrekking
Het college dient binnen twaalf weken een opdracht te verstrekken aan een of meerdere
adviseurs gezamenlijk, tenzij toepassing wordt gegeven aan artikel 6.1.3.1 Bro of aan artikel
4:5 van de Algemene wet bestuursrecht. Artikel 6.1.3.1, eerste lid, Bro geeft het college de
bevoegdheid een aanvraag binnen vier, dan wel acht weken indien de aanvrager eerst nog een
termijn krijgt de aanvraag aan te vullen, als kennelijk ongegrond af te wijzen. Artikel 6.1.3.1,
tweede lid, Bro heefit betrekking op de bevoegdheid van artikel 4:5 Algemene wet
bestuursrecht waarbij een onvolledige aanvraag verder buiten behandeling moet worden
gelaten. Volgens artikel 6.1.3.1, tweede lid, Bro moet het besluit tot het niet in behandeling
nemen binnen vier weken na ontvangst van de aanvraag aan de aanvrager worden
medegedeeld. Voor zover de aanvrager in de gelegenheid is gesteld zijn aanvraag aan te
vullen, krijgt het college acht weken de tijd na het tijdstip waarop de termijn om de aanvraag
aan te vullen is verstreken, om het besluit tot niet verdere behandeling van de aanvraag
bekend te maken. De laatstgenoemde beslistermijn kan met ten hoogste vier weken worden
verlengd. Indien de aanvraag kennelijk ongegrond wordt verklaard of buiten behandeling
wordt gelaten, is de verordening niet toepasselijk, tenzij de termijnen bedoeld in artikel
6.1.3.1 Bro worden overschreden. In het laatste geval dienen niettemin een of meerdere
adviseurs te worden aangewezen en dient een opdracht te worden verstrekt.
De opdracht wordt niet eerder verstrekt dan nadat de termijn om te wraken is verstreken en er
geen verzoeken tot wraking zijn ingediend, dan wel door het college afwijzend is beslist over
een ingediend verzoek tot wraking.
Artikel 3. Adviseur of adviescommissie
Het college schakelt een of meerdere adviseurs gezamenlijk in voor de advisering over de op
de aanvraag te nemen beschikking. In dit artikel is bepaald in welke gevallen een adviseur of
een adviescommissie dient te worden ingeschakeld en over welke deskundigheid een adviseur
dient te beschikken.
Een adviseur kan een natuurlijke persoon of een rechtspersoon zijn. De keuze tussen een
natuurlijke persoon of een rechtspersoon wordt aan de gemeente overgelaten (zie de Nota van
Toelichting bij het Bro, Stb. 2008, 145, p. 63). Een adviesbureau gespecialiseerd in
planschade kan derhalve worden aangewezen als adviseur bedoeld in het eerste lid, of als een
van de adviseurs (tweede of derde lid) in een adviescommissie.
Hoewel voor iedere aanvraag een aanwijzing van een of meerdere adviseurs noodzakelijk is,
staat de verordening er niet aan in de weg om telkens dezelfde adviseur(s) aan te wijzen (vaste
adviseur/vaste adviescommissie).