een deel van de bestede uren structured subsidiabel is in het werkdeel. Dat is nog maar
de vraag en in hoeverre subsidising in de toekomst mogelijk is, is afhankelijk van
ministeriele regelgeving. In de bijbehorende paragrafen wordt verder alleen inhoudelijk
ingegaan op belangrijke bedrijfsvoering thema's, de rekenkamercommissie is daardoor
van mening dat er sprake is van een risico.
5 Onvoldoende verklaring voor hoogte beheers- en apparaatslasten
Het is voor de rekenkamercommissie niet duidelijk geworden welk deel van de
beheerskosten nu betrekking hebben op de WWB en welk deel op de WMO. Uitgaande
van een normbedrag van €2.535 in 2007 aan beheerslasten per WWB-client, is het
restant beheers- en apparaatskosten van de Dienst onverklaarbaar hoog.
Daamaast is sprake van relatief veel exteme inhuur. De reden dat flexibiliteit
wenselijk is, is een magere onderbouwing met een dure uitwerking, temeer omdat het
effect van de WMO niet helder is aangegeven.
Aanbevelingen
De Rekenkamercommissie doet de volgende aanbevelingen:
1. Beleid
De rekenkamercommissie beveelt aan op een andere manier met beleid om te gaan; bij
veel gemeenten wordt tevens nog een nadere specificatie gemaakt naar verschillende
doelgroepen en of gemeentelijke aspecten. De sociale infrastructuur is immers per
gemeente verschillend. Door op die manier gericht beleid in te zetten kunnen
doelgroepen specifiek beschreven worden. Genoemde doelgroepenbeleid is vooral goed
te gebruiken bij de onderdelen minimabeleid en re-integratie.
2. Splitsen naar gemeente
De Dienst kiest ervoor om niet te splitsen naar gemeente op het gebied van
werkloosheid en de relatie met het Inkomensdeel. Voor Raden is dit niet te traceren.
De rekenkamercommissie geeft het advies om dit wel te doen.
3. Inkomensdeel leidend maken
De Dienst zou in overweging kunnen nemen om het budget Inkomen leidend te laten zijn
bij de begroting en als uitgangspunt bij het maken van Beleid.
De Dienst zou de in het rapport genoemde methode toe kunnen passen om de Raden op
een eenvoudige wijze inzicht te kunnen verlenen in de wel/niet toereikendheid van het
I-budget. Daarbij zijn niet alleen de aantallen van de totale WWB-bestanden leidend,
maar ook de gemiddelde hoogte van de uitkering.
4. Clientenraad meer betrekken
Om te weten te komen wat er zoal leeft bij de clienten en hoe zij de betrokkenheid en
de uitvoering van de Dienst ervaren adviseert de rekenkamercommissie de
portefeuillehouders het contact met de clientenraad te intensiveren.
5. Sturing en kaderstelling
De raden van de gemeente Leeuwarderadeel en het Bildt kunnen volgens de
rekenkamercommissie aangeven dat zij meer sturing willen geven aan het functioneren van
Dienst, bijvoorbeeld om de risicoparagraaf van de begroting en de jaarrekening aan te
vullen met de inzet van het W-deel in de huidige constructie ten gunste van het I-deel.
6. Sturingsinformatie SMART maken
Een start te maken met het SMART maken van sturingsinformatie (beleidsdoelstellingen
en indicatoren).
7. Controle informatie verbeteren
Suggestie van de rekenkamercommissie is om de controle-informatie te verbeteren
door te rapporteren op basis van vooraf door de Raden vastgestelde relevante
indicatoren van de deelnemende gemeenten. Minder constaterend en meer analyserend