Nieuwe Wro
In het vorige hoofdstuk werd al kort verwezen naar de gevolgen van de nieuwe Wro.
Bestemmingsplannen dienen nu binnen 10 jaar herzien dan wel verlengd te worden. Dit was
officieel ook het geval onder de WRO, maar nu staat er daadwerkelijk een sanctie op het niet
halen van de termijn, namelijk het niet kunnen innen van leges voor bouwaanvragen. Het is
een voorbeeld van de wijzigingen die in de nieuwe Wro zijn doorgevoerd.
De nieuwe Wro is op 1 juli 2008 van kracht geworden. De wet is bedoeld als een verbetering
van de WRO door een decentralisering van bevoegdheden, transparantie van beleid en een
stroomlijning van procedures. Dit is gevangen in het motto 'decentraal wat kan, centraal wat
moet'.
De Wro zorgt daardoor voor enkele belangrijke wijzigingen in het werk van de gemeente. De
gemeente krijgt meer mogelijkheden, maar ook meer verantwoordelijkheden.
Ten eerste wordt het primaat van de verantwoordelijkheid voor ruimtelijke plannen bij de
gemeente gelegd. Bestemmingsplannen en vrijstellingsprocedures - nu projectbesluiten
genoemd - behoeven geen goedkeuring meer van de provincie. De gemeente is nu zelf
verantwoordelijk voor een goede ruimtelijke ordening op het lokale niveau. Dit ontslaat de
gemeente echter niet van de taak de goede ruimtelijke ordening breder te trekken. Overleg
vooraf met de provincie vervangt nu de goedkeuringsfunctie van de provincie.
Ten tweede dient een structuurvisie voor de gemeente opgesteld te worden. Hierin wordt de
ruimtelijke visie van de gemeente gegeven. Hierdoor kunnen zowel de gemeente als de
inwoners van Leeuwarderadeel een heldere visie van de gemeente en haar toekomst krijgen.
Ten derde dienen de bestemmingsplannen digitaal beschikbaar te zijn. Dit moet het inzicht in
de mogelijkheden in de gemeente vergroten.
Deze extra bevoegdheden geven de gemeente meer speelruimte voor de verwezenlijking van
de eigen visie. Maar extra bevoegdheden betekent ook extra verantwoordelijkheid. De Wro
voorziet daarom in enkele verplichtingen.
De Grondexploitatiewet, onderdeel van de Wro, verplicht de gemeente voortaan een gedegen
fmancieel plan te kunnen overleggen wanneer nieuwe ontwikkelingen mogelijk worden
gemaakt. De Wro legt zo de financiele verantwoording voor plannen duidelijk bij de
gemeente, die dan ook dient na te gaan of plannen niet alleen voldoen aan een goede
ruimtelijke ordening, maar ook realistisch en uitvoerbaar zijn.
De tijdige herziening en de digitalisering van bestemmingsplannen verplicht de gemeente een
actueel beleid er op na te houden. De gemeente dient dan ook voldoende middelen in te zetten
om dit te bewerkstelligen, en kan niet achterover leunen in de veronderstelling dat de huidige
situatie voldoet. In wezen dwingt de Wro de gemeente actief de huidige situatie te analyseren
en bij de tijd te houden.
Het stroomlijnen van de procedures heeft voor deze procedures strakke tijdschema's
opgeleverd. Dit noodzaakt de gemeente een goede ambtelijke organisatie te onderhouden.
Geconcludeerd kan worden dat de Wro oude barrieres slecht, maar deze met nieuwe
verantwoordelijkheden vervangt. De Wro is daarmee een continuering van de Nederlandse
traditie de ruimte goed in te willen richten, waarbij nu helder gesteld is dat een gemeente
actief doch bedachtzaam verantwoording voor haar aandeel daarin dient te dragen.
Voortgangsrapportage stand van zaken bestemmingsplannen RO oktober 2008
6