er een verandering in de samenstelling van de fractie plaats. Als dit het geval is, deelt de
fractie dit aan de voorzitter mede. Het is ook mogelijk dat een raadslid zijn lidmaatschap
niet opzegt maar uit een fractie stapt. Hij kan als zelfstandige fractie verdergaan of zich
aansluiten bij een bestaande fractie. Uitgangspunt van ons kiesstelsel is dat
volksvertegenwoordigers op persoonlijke titel worden verkozen (een kandidaat wordt
door de voorzitter van het stembureau benoemd). De Kieswet gaat niet uit van politieke
partijen, een zetel 'hoort' dan ook niet bij een partij maar is verbonden aan de
volksvertegenwoordiger die daardoor ook de mogelijkheid heeft om tussentijds van
fractie te veranderen of zelfstandig verder te gaan. Ook kan een fractie besluiten om
haar naam te veranderen. Dit staat de fractie vrij om te doen. Op grond van deze
bepalingen heeft de raad geen zeggenschap over wijzigingen in de samenstelling, fusies
en splitsingen van fracties en de naamvoering. De raad kan hier dus geen besluit over
nemen. Een mededeling aan de voorzitter van de raad is voldoende. De raad is gehouden
met ingang van de eerstvolgende vergadering nadat hiervan mededeling is gedaan
rekening te houden met de nieuwe situatie.
Hoofdstuk 3 Vergaderingen
Paragraaf 1 Tijd van vergaderen; voorbereidingen
Artikel 9 Tijd en plaats van vergaderen
Ingevolge artikel 17 van de Gemeentewet vergadert de raad zo vaak hij daartoe heeft
besloten en voorts indien de burgemeester het nodig oordeelt of indien ten minste een
vijfde van het aantal leden van de raad schriftelijk met opgave van redenen daarom
vraagt. Het tweede lid brengt tot uitdrukking dat de voorzitter in het bepalen van een
andere dag en ander aanvangsuur zoveel mogelijk overleg pleegt in het presidium. Op
deze wijze houdt het presidium ook bij vergaderingen, die niet op het gebruikelijke
tijdstip plaatsvinden, invloed op de datum, het tijdstip en de plaats van de vergadering.
Het wijzigen van het aanvangsuur is van gemeenschappelijk belang, omdat het
merendeel van de raadsleden het raadslidmaatschap combineert met een andere
(on)betaalde functie.
Artikel 10 Oproep
In artikel 19, eerste lid van de Gemeentewet is bepaald dat de burgemeester de leden
van de raad schriftelijk uitnodigt voor de vergadering.
De brief vermeldt de dag, tijdstip en plaats van de vergadering. Het tweede lid stelt
verplicht dat de voorlopige agenda en de daarbij behorende stukken, met uitzondering
van de in artikel 25, eerste en tweede lid, van de Gemeentewet bedoelde stukken,
tegelijkertijd met de oproep aan de leden worden verzonden. De in artikel 25, eerste en
tweede lid, bedoelde stukken zijn stukken ten aanzien waarvan geheimhouding is
opgelegd. Hier wordt melding van gemaakt op de stukken. Uiteraard is het mogelijk,
indien de raad dit wenst de stukken en oproep niet per post maar per e-mail te
versturen.
Artikel 11 Agenda
Het presidium bepaalt hoe de agenda eruit komt te zien (artikel 5). Het versturen van de
agenda en stukken is geregeld in artikel 10. Dit is echter een voorlopige agenda. In de
dagelijkse praktijk van de gemeente zal het niet altijd mogelijk zijn om een week voor de
vergadering een agenda op te stellen, die ook zicht heeft op de 'waan' van de dag. In een
dergelijke situatie kan de voorzitter na het verzenden van de schriftelijke oproep zo
nodig een aanvullende agenda en stukken rondsturen. Dit kan echter niet tot op het
laatste moment, maar tot uiterlijk twee dagen(48 uur) voor de aanvang van de
vergadering. Het derde lid heeft tot doel om de raad een actievere rol te geven in de
opstelling van de raadsagenda. Individuele raadsleden kunnen via hun fractievoorzitter in
het presidium onderwerpen voor de agenda voordragen. Zij kunnen echter ook bij
aanvang van de raadsvergadering een voorstel doen om onderwerpen aan de agenda toe
te voegen of van de agenda af te voeren. Daarmee kan het individuele raadslid in ieder
geval op twee momenten invloed uitoefenen op de vaststelling van de agenda.