Het reglement van orde gaat vooralsnog uit van een stemming doormiddel van een
behoorlijk ingevuld stembriefjes. Een bianco stembriefje wordt niet aangemerkt als een
behoorlijk ingevuld stembriefje (MvT, 19 403, nr. 3 p. 86). In geval van een schriftelijke
stemming wordt dan ook geen rekening gehouden met bianco stembriefjes. Een bianco
of verkeerd ingevuld stembriefje telt wel mee bij de bepaling van het quorum. De raad
oordeelt of een stembriefje behoorlijk is ingevuld. Wat onder een (niet) behoorlijk
ingevuld stembriefje moet worden verstaan, is in de wet niet geregeld. De uitwerking wat
wel en niet onder een behoorlijk stembriefje verstaan wordt, is opgenomen in lid 5.
De raad heeft altijd het laatste woord in het geval van twijfel over een behoorlijk
stembriefje.
Bij een benoeming stelt de raad een specifiek persoon aan in een bepaald ambt (raadslid,
wethouder). Op het stembiljet wordt de naam van de te benoemen persoon (of personen
in geval van meerdere vacatures) met daarachter de opties 'voor' en 'tegen' vermeld. Het
gaat hier overigens niet over de benoeming tot raadslid, dit is een heel ander soort
benoeming dat in artikel 7 van dit reglement wordt toegelicht. Onder voordracht wordt
verstaan het als kandidaat voorstellen van een persoon voor een bepaald ambt. Een
voordracht is voor de raad bindend, op de stembiljetten dienen de namen van de
voorgedragen perso(o)n(en) te worden vermeld met daarachter de opties Voor' en
'tegen'. Bij een aanbeveling wordt voorgesteld om bepaalde personen voor een bepaald
ambt voor te dragen, de raad mag van de aanbevelingen afwijken. Het betreft hier een
zogenaamde vrije stemming (zie ook toelichting bij artikel 28). Op de stembiljetten
kunnen de namen van de aanbevolen personen te worden vermeld met daarachter de
opties Voor' en 'tegen' en een vrije ruimte waar een kandidaat van eigen keuze kan
worden ingevuld.
Artikel 31 Herstemming over personen
De wijziging van het tweede lid strekt ertoe verwarring over de term 'herstemming' in
artikel 31, tweede lid, van de Gemeentewet te voorkomen
Artikel 32 Beslissing door het lot
In dit artikel wordt een nadere uitwerking gegeven van hetgeen in artikel 31, derde lid
van de Gemeentewet is voorgeschreven.
Hoofdstuk 4 Rechten van leden
Artikel 33 Amendementen
Het recht van amendement is neergelegd in artikel 147b van de Gemeentewet. Dit artikel
verplicht de raad nadere regels te stellen. Deze nadere regels staan in het tweede tot en
met het vierde lid. Op basis van artikel 147b van de Gemeentewet is de raad verplicht
een amendement te behandelen.
Dualisering veronderstelt versterking van de vertegenwoordigende en controlerende
functie van de raadsleden. Hiervoor dienen ook individuele raadsleden en kleine fracties
te beschikken over adequate instrumenten. Voor een effectief gebruik van deze
instrumenten is het wenselijk dat ook het individuele raadslid zonder belemmeringen
toegang tot het gebruik daarvan heeft (geen drempelsteun). Door het recht van
amendement kan de regelgevende taak van de raad reeel inhoud krijgen en mede ten
dienste staan van de nadering en de controle door de raad. Ook kleine fracties en
individuele raadsleden worden zo in staat gesteld actief deel te nemen aan de
effectuering van de controlerende, vertegenwoordigende en budgettaire functie van de
raad.
Leden van de raad kunnen aan de raad wijzigingen op het voorstel van het college of op
initiatiefvoorstellen indienen, de zogenaamde amendementen. Wanneer een
amendement is ingediend, kan dit voor een ander raadslid aanleiding zijn, op dit
amendement nog weer een wijziging voor te stellen, het subamendement. Een
(sub)amendement kan ingediend worden op een voorgesteld besluit, dat aanhangig is.
De beraadslaging over het (sub)amendement vindt plaats in ten hoogste twee termijnen.