- het doen van aanbevelingen aan de raad inzake de organisatie van de werkzaamheden
de raad.
Artikel 6 gereserveerd
Hoofdstuk 2 Toelating van nieuwe leden; benoeming
wethouders; fracties
Artikel 7 Onderzoek geloofsbrieven; beediging; benoeming wethouders
1. Bij elke benoeming van nieuwe leden van de raad stelt de raad een commissie in
bestaande uit drie leden van de raad. De commissie onderzoekt de geloofsbrieven, de
daarop betrekking hebbende stukken van nieuw benoemde leden en het proces-
verbaal van het (centraaI)stembureau.
2. De commissie brengt na haar onderzoek van de geloofsbrieven schriftelijk
verslag uit aan de raad en doet daarbij een voorstel voor een besluit. In het verslag
wordt ook melding gemaakt van een minderheidsstandpunt.
3. Na een raadsverkiezing roept de voorzitter de toegelaten leden van de raad op om in
de eerste vergadering van de raad in nieuwe samenstelling, bedoeld in artikel 18 van
de Gemeentewet, de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te leggen.
4. In geval van een tussentijdse vacaturevervulling roept de voorzitter een nieuw
benoemd lid van de raad op voor de vergadering van de raad waarin over diens
toelating wordt beslist om de voorgeschreven eed of verklaring en belofte af te
leggen.
5. Bij de benoeming van een wethouder wordt overeenkomstig het eerste lid een
commissie ingesteld welke onderzoekt of de kandidaat voldoet aan de eisen van de
Gemeentewet. De werkwijze van deze commissie is overeenkomstig het tweede lid.
Artikel 8 Fractie
1. De leden van de raad, die door het centraal stembureau op dezelfde kandidatenlijst
verkozen zijn verklaard, worden bij de aanvang van de zitting als een fractie
beschouwd. Is onder een lijstnummer slechts een lid verkozen, dan wordt dit lid als
een afzonderlijke fractie beschouwd.
2. Indien boven de kandidatenlijst een aanduiding was geplaatst, voert de fractie in de
raad deze aanduiding als naam. Indien geen aanduiding boven de kandidatenlijst was
geplaatst, deelt de fractie in de eerste vergadering van de raad aan de voorzitter mee
welke naam deze fractie in de raad wil voeren.
3. De namen van degenen die als voorzitter van de fractie en als diens plaatsvervanger
optreden worden zo spoedig mogelijk doorgegeven aan de voorzitter.
a. Indien:
- een of meer leden van een fractie als zelfstandige fractie gaan optreden;
- twee of meer fracties als een fractie gaan optreden;
- een of meer leden van een fractie zich aansluiten bij een andere fractie;
wordt hiervan zo spoedig mogelijk schriftelijk mededeling gedaan aan de voorzitter.
b. Met de onder a beschreven veranderde situatie wordt rekening gehouden met
ingang van de eerstvolgende vergadering van de raad na de mededeling daarvan.