Hoofdstuk 3 Eigen bijdrage, eigen aandeel en meerkosten t.a.v. algemeen
gebruikelijk deel
Artikel 5 Omvang van eigen biidragen en eigen aandeel
1.
Bij verstrekking van een voorziening in het kader van de maatschappelijke ondersteuning is
een eigen bijdrage dan wel een eigen aandeel in de kosten verschuldigd.
2.
In afwijking van artikel 5, eerste lid geldt dat:
a. geen eigen bijdrage is verschuldigd voor een rolstoel;
b. geen eigen bijdrage of eigen aandeel is verschuldigd in de kosten van een
woonvoorziening als bedoeld in artikel 15, eerste lid, onder b. en c. en artikel 15,
tweede lid van de Verordening waarvan de kosten niet meer bedragen dan €1.135,-;
c. geen eigen aandeel is verschuldigd bij forfaitaire vergoedingen als bedoeld in artikel
15 eerste lid, onder a, e, f, g en h van de Verordening;
d. geen eigen aandeel is verschuldigd in de kosten van een vervoersvoorziening als
bedoeld in artikel 18 sub b 2 t/m 5;
f. geen eigen bijdrage is verschuldigd voor de onderhoudskosten, de reparaties en de
keuringskosten van vervoersvoorzieningen.
3.
De in een kalenderjaar verschuldigde eigen bijdrage en het aandeel in de kosten van
maatschappelijke ondersteuning dat bij toekenning van een financiele tegemoetkoming voor
eigen rekening blijft, bedragen tezamen niet meer dan:
a. voor de ongehuwde persoon jonger dan 65 jaar 17,20 per vier weken, met dien
verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan 21.703,- het bedrag van
17,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15% van het verschil tussen zijn
inkomen en 21.703,-;
b. voor de ongehuwde persoon van 65 jaar of ouder 17,20 per vier weken, met dien
verstande dat indien zijn inkomen meer bedraagt dan 14.812,- het bedrag van
17,20 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15 van het verschil tussen zijn
inkomen en 14.812,-;
c. voor de gehuwde personen indien een van beiden jonger is dan 65 jaar 24,60 per vier
weken, met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan
26.535,- het bedrag van 24,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15
van het verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en 26.535,-;
d. voor de gehuwde personen die beiden 65 jaar of ouder zijn 24,60 per vier weken,
met dien verstande dat indien hun gezamenlijke inkomen meer bedraagt dan 20.431,-
het bedrag van 24,60 wordt verhoogd met een dertiende deel van 15 van het
verschil tussen hun gezamenlijke inkomen en 20.431,-.
4.
De eigen bijdrage of het eigen aandeel overstijgt niet de kostprijs van de voorziening.
7
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan, Besluit maatschappelijke ondersteuning.
Vastgesteld door het Bestuur op 13 december 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009,
in werking getreden op <later invuilen>.