Artikel 20 Benerkingen 1. De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit hoofdstuk wordt geweigerd indien: a. de noodzaak tot het treffen van de woonvoorziening het gevolg is van een verhuizing waartoe op grond van belemmeringen bij het normale gebruik van de woning ten gevolg van ziekte of gebrek geen aanleiding bestond en er geen andere belangrijke reden aanwezig was; b. de aanvrager niet is verhuisd naar de voor zijn of haar beperkingen op dat moment beschikbare meest geschikte woning, tenzij daarvoor tevoren schriftelijk toestemming is verleend door het bestuur; c. deze betrekking heeft op voorzieningen in gemeenschappelijke ruimten; d. de woonvoorziening aangevraagd wordt op een moment dat op basis van leeftijd, gezinssituatie of woonsituatie van de aanvrager te voorzien was dat deze voorziening noodzakelijk zou zijn en er geen sprake is van een onverwacht optredende noodzaak; c. verhuisd is vanuit of naar een woonruime die niet geschikt is het gehele jaar door bewoond te worden, verhuisd is naar een AWBZ-instelling of een andere instelling gericht op het verstrekken van zorg, of er in de verlaten woonruimte geen problemen met het normale gebruik van de woning zijn ondervonden; d. de beperking of de ondervonden problemen bij het normale gebruik van de woning voortvloeien uit de aard van de in de woning gebruikte materialen; e. voor zover de gevraagde voorzieningen betrekking hebben op een hoger niveau dan het uitrustingsniveau voor sociale woningbouw; f. er geen rechtstreeks oorzakelijk verband bestaat tussen de beperking of het probleem en een of meer bouwkundige of woontechnische kenmerken van de woning; g- het een woonvoorziening betreft waarvan de kosten lager zijn dan het bedrag zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. h. het een bouwkundige of woontechnische aanpassing betreft waarvan de kosten gelijk zijn aan of meer bedragen dan is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, tenzij weigering van die voorziening, gelet op het belang dat de wet beoogt te beschermen, zou leiden tot onbillijkheden van overwegende aard. De beoordeling hiervan ligt bij het bestuur. i. het een woonvoorziening betreft waarvan de kosten lager zijn dan het bedrag zoals vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning. j- het een bouwkundige of woontechnische aanpassing betreft waarvan de kosten gelijk zijn aan of meer bedragen dan is vastgelegd in het Besluit maatschappelijke ondersteuning, tenzij weigering van die voorziening, gelet op het belang dat de wet Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009, inwerking getreden op <!ater invullen>.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2009 | | pagina 147