Ad q. Dit begrip is in de Verordening opgenomen naar aanleiding van de toelichting op amendement 65. Het ICF begrippen kader biedt de Dienst een algemeen en uniform geldend begrippenkader voor de uitvoeringspraktijk. Adr. Algemene voorzieningen hebben in het kader van deze Verordening voorrang op individuele voorzieningen. Waar mogelijk zal eerst een algemene voorziening worden aangeboden, waar nodig zal een individuele voorziening worden verstrekt. Hoe de keuze zal worden gemaakt tussen beide categorieen voorzieningen hangt uiteraard helemaal af van de individuele situatie van de aanvrager. Door het bestuur vast te stellen beleidsregels zullen afwegingscriteria geven, verder zal een op de individuele situatie afgestemd medisch advies vaak van groot belang zijn. De algemene voorzieningen, nu nog genoemd in de vorm van een primaat, kunnen uitgroeien tot voorliggende voorzieningen en op den duur uit deze Verordening verdwijnen, wanneer zij zodanig functioneren dat zij gerekend kunnen worden tot de groep voorzieningen als maaltijdvoorzieningen en personenalarmering. Ad s. Het begrip 'leefeenheid' is in deze Verordening nader gedefinieerd. Het begrip komt uit het Protocol Gebruikelijke Zorg en wordt gedefinieerd om de voorziening vast te kunnen stellen onder inachtname van de gebruikelijke zorg. De leefeenheid kan bestaan uit gehuwden of met gehuwden gelijk te stellen personen die al dan niet samen met een of meer andere personen (minderjarigen of meerderjarigen) duurzaam een huishouden voeren. Onder gehuwden worden ook begrepen de ongehuwd samenwonenden en andere volwassenen die met elkaar en/ of kinderen samenwonen. Als er sprake is van kamerverhuur, wordt de huurder van de betreffende ruimte niet tot het huishouden c.q. de leefeenheid gerekend. Een soortgelijke positie nemen mensen in die vanwege hun zorgbehoefte op een adres ieder zelfstandig wonen. Daarbij kan gedacht worden aan woongemeenschappen van ouderen of gehandicapten (en soms kloosterlingen). Ad t. Deze begripsomschrijving is ontleend aan de toelichting op het amendement-Miltenburg c.s., dat het compensatiebeginsel aan de wet heeft toegevoegd. Ad u. De begripsomschrijving van het begrip 'mantelzorg' is ontleend aan de begripsomschrijving van 'mantelzorg' in de wet (artikel 1, lid 1 onder b van de wet). Mantelzorg wordt onderscheiden van de informele hulp en het in tijdsduur meer gestructureerde vrij willigers werk. Ad v. Het begrip 'meerkosten' hangt nauw samen met het begrip 'algemeen gebruikelijk'; deze twee begrippen zijn elkaars tegenhangers. De meerkosten zijn de kosten, die in een direct oorzakelijk verband staan met het compenseren van de ondervonden beperking of het psychosociaal probleem, zoals die zijn genoemd in artikel 1, lid 1, onder g. achtste volzin van de wet. Een met de persoon als de aanvrager vergelijkbaar persoon zonder die beperking of dat psychosociale probleem heeft deze meerkosten per definitie niet, omdat daarvoor in diens situatie geen noodzaak is. Mede op de bestrijding van deze meerkosten, dus de kosten die voor een persoon als de aanvrager niet algemeen gebruikelijk zijn, is de wet gericht. Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 33 Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009, inwerking getreden op <later invullen>.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2009 | | pagina 165