de ouders gescheiden zijn en er een omgangsregeling van kracht is. Omdat met de wet niet
wordt beoogd om de omvang van de onder de Wvg geregelde zorgplicht in te krimpen of uit
te breiden, is de optie van het bezoekbaar maken ook weer in de Verordening opgenomen in
artikel 19. Verdere verplichtingen dan hier genoemd in de Verordening heeft de Dienst
derhalve niet.
Onder bezoekbaar maken van een woning wordt in deze verordening verstaan dat de
aanvrager de woning, de woonkamer (woonruimte) en een toilet kan bereiken en gebruiken
met voorzieningen die hiervoor noodzakelijk zijn. Hierbij moet echter wel rekening worden
gehouden met het gegeven dat toestemming van de eigenaar/verhuurder van de woning nodig
is.
Artikel 20 Beperkingen
Om in aanmerking te komen voor woonvoorzieningen moet er een duidelijke samenhang zijn
tussen de ondervonden woonproblemen en de beperking die men heeft. Aanvragen voor
woonvoorzieningen die hun oorzaak vinden in andere factoren dan die beperking, kunnen
worden geweigerd op grond van artikel 20.
Ad a.
Onder a. wordt de verhuizing naar een inadequate woning genoemd als weigeringsgrond voor
woonvoorzieningen. Niet de ondervonden beperking, maar de verhuizing naar een niet
geschikte woning is dan de voomaamste oorzaak van de ondervonden problemen. Deze
bepaling heeft voomamelijk betrekking op situaties waarin men gaat verhuizen zonder
specifieke reden, maar gewoon omdat men daar zin in heeft. Uitzondering in deze bepaling is
de zogeheten "belangrijke reden". Daarbij moet gedacht worden aan een verhuizing vanwege
samenwoning, huwelijk of het aanvaarden van werk elders.
Ad. b.
Als een persoon met beperkingen verhuist, zal deze, in relatie tot die beperkingen, moeten
zoeken naar een zo geschikt mogelijke woning. Het is niet de bedoeling dat men zo maar een
ongeschikte woning kiest en vervolgens de rekening voor aanpassingen bij de Dienst indient.
Met "verhuizen" wordt hier overigens niet alleen gedoeld op de feitelijke verhuizing, maar
ook op alle onomkeerbare handelingen die normaal gesproken voorafgaan aan een verhuizing,
zoals het tekenen van een koop-, huur- of erfpachtcontract, zie ook artikel 19, lid 1, waarin
wordt bepaald dat het gaat om een situatie waarin men in de betreffende woning "zijn
hoofdverblijf heeft of zal hebben".
Voor de toepassing van deze weigeringsgrond geldt dat ook de Dienst ervoor zal moeten
zorgen zicht te hebben op de aangepaste of makkelijk aan te passen woningvoorraad, niet
alleen sociale huurwoningen, maar ook in de vrije sector en zonodig het
koopwoningenbestand. Daamaast zal de Dienst haar clienten goed moeten informeren over de
gang van zaken bij dit soort verhuizingen. Alleen dan kan worden gemotiveerd dat iemand al
dan niet is verhuisd naar de voor zijn situatie meest geschikte woning.
Ad c.
In de eerste versie van de Verordening maatschappelijke ondersteuning (27 September 2007)
bepaald artikel 20 lid 1 sub c: De aanvraag voor een woonvoorziening als bedoeld in dit
hoofdstuk wordt geweigerd indien: deze betrekking heeft op voorzieningen in
gemeenschappelijke ruimten anders dan automatische deuropeners, hellingbanen en extra
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. 5
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009,
inwerking getreden op <later invullen>.