Hoofdstuk 6 Rolstoelen Artikel 28 Diverse tvnen rolstoelvoorzieningen Onder de Wvg waren rolstoelen in de wet zelf als aparte categorie voorzieningen opgenomen. In de Wet maatschappelijke ondersteuning is dat niet het geval, maar aangezien met deze wet niet wordt beoogd het beleidsterrein ten opzichte van de voorafgaande Wvg te verbreden of te versmallen, wordt de rolstoel gehandhaafd als de enige voorziening waarmee beperkingen bij het verplaatsen in en rond de woning in het kader van de wet gecompenseerd kunnen worden. Een definitie van een rolstoel is niet te geven, daarom wordt hier onder het begrip "rolstoel" een rolstoel begrepen te worden de rolstoel zoals iedereen die kent. Deze rolstoel kan zowel handbewogen als elektrisch aangedreven zijn. Een (elektrische)trippelstoel wordt niet als rolstoel beschouwd en wordt niet op grond van de wet verstrekt. De trippelstoel valt onder de door de Regeling Zorgverzekering te verstrekken voorzieningen. Een rolstoel kan zowel worden gebruikt als een verplaatsingsmiddel voor binnen als voor buiten. Primair doel van de rolstoel is het zittend verplaatsen, omdat lopend verplaatsen, ook met op grond van andere regelingen te verstrekken voorzieningen als looprekken, rollators, wandelstokken en krukken niet of onvoldoende mogelijk is. Kosten van onderhoud en reparatie van de rolstoel vallen eveneens onder de wet. Ook individuele aanpassingen aan rolstoelen vallen onder de rolstoelverstrekking. Vaak zullen aanpassingen tegelijkertijd met de rolstoel worden gerealiseerd. Het kan echter ook voorkomen dat aanpassingen aan rolstoelen afzonderlijk van de rolstoel worden aangevraagd en verleend. Voorzieningen die geen verband houden met het genoemde primaire verstrekkingsdoel, het verplaatsen, omdat ze nodig zijn in verband met therapeutische doeleinden, worden niet op grond van deze wet verstrekt. Hierbij valt te denken aan aanpassingen voor het gebruik van zuurstofapparatuur en andere aanpassingen. Bij accessoires gaat het uiteraard alleen om medisch noodzakelijke en niet-algemeen gebruikelijke zaken. De afbakening tussen de verschillende (wettelijke) regelingen wordt nader geregeld in het Verstrekkingenboek. De sportrolstoel valt in het kader van deze Verordening onder het begrip rolstoel. Onder de Wvg was de sportrolstoel, meestal verstrekt in de vorm van een forfaitaire financiele tegemoetkoming, een bovenwettelijke voorziening die alleen op basis van de Verordening werd verstrekt. Bij artikel 28 is gekozen voor de mogelijkheden een rolstoel in de vorm van een algemene voorziening te verstrekken als het gaat om een rolstoel voor incidenteel gebruik. Deze rolstoelen voor incidenteel gebruik hoefden onder de Wvg formeel niet te worden verstrekt, hoewel dat in de praktijk wel vaak gebeurde. Deze mogelijkheid geefit een regeling waarbij wel incidenteel noodzakelijke rolstoelen worden verstrekt, maar dan via een algemene rolstoelvoorziening. Dit is geregeld onder a. Het betreft dan situaties waarbij soms een rolstoel nodig is, terwijl het dagelijks verplaatsen in en om de woning zonder rolstoel plaatsvindt. Het recht op een dergelijke rolstoel kan in die situaties ingevuld worden via een rolstoelpool waarop de betrokkene een beroep op kan doen. Hierdoor wordt voorkomen dat een groot aantal rolstoelen weinig frequent wordt gebruikt. De rolstoelen uit de rolstoelpool worden daarentegen wel frequent gebruikt. Uiteraard moet het daadwerkelijk mogelijk zijn een rolstoel uit de pool te lenen. De pool moet dan ook voldoende geschikte rolstoelen op 57 Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning. Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009, inwerking getreden op <Sater invulien>.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2009 | | pagina 189