Artikel 37 Intrekking van een voorziening
Duidelijk is, dat verstrekking van voorzieningen gebonden is aan voorwaarden. Het is in
verband met het kenbaarheidvereiste, verwoord in de passage "waarvan redelijkerwijs
duidelijk moet zijn dat deze van invloed zijn op het recht op een voorziening", van groot
belang om de beschikkingsvoorwaarden duidelijk te vermelden in een beschikking. Het is
daarom raadzaam om een belanghebbende te wijzen op de voorwaarden die het recht op de
voorziening met zich meebrengen. Daamaast is het belangrijk in de beschikking ook expliciet
te wijzen op de verplichting om wijzigingen in de situatie aan het bestuur door te geven.
Mocht er sprake zijn van een, om wat voor reden dan ook, ten onrechte toegekende
voorziening, dan vergemakkelijkt een duidelijke formulering in de beschikking een eventuele
beeindiging of terugvordering van (het recht op) een voorziening, omdat de betrokkene zich
dan niet kan beroepen op onbekendheid met de feiten.
Artikel 38 Terugvordering
De wet bevat geen bepalingen omtrent terugvordering van voorzieningen, wat reden is om
deze mogelijkheid op te nemen in de Verordening, omdat er anders geen juridische basis is
om voorzieningen terug te vorderen. Indien er, naar later blijkt, ten onrechte is uitbetaald of
geleverd (voorziening in natura) is, kan het bestuur de voorziening geheel of gedeeltelijk
terugvorderen. Het besluit tot herziening van het recht op de voorziening en de daaraan
gekoppelde terugvordering biedt echter geen executoriale titel, zoals bijvoorbeeld in de Wet
werk en bij stand het geval is bij terugvordering. Er is wel sprake van een civielrechtelijke
vordering op grond van onverschuldigde betaling waarvoor het Burgerlijk Wetboek, boek 6
artikel 203 e.v. de wettelijke basis biedt. Aan de gerechtelijke procedure zijn kosten
verbonden, met name in gevallen waarin de vordering hoger is dan 5.000,- en dus een
procedure met procureurstelling bij de rechtbank noodzakelijk is. Bij lagere bedragen kan een
eenvoudige dagvaardingsprocedure bij de kantonrechter gevolgd worden, zonder verplichte
procureurstelling.
Het ligt voor de hand dat van de terugvorderingmogelijkheid in ieder geval gebruik wordt
gemaakt indien er aan de zijde van de aanvrager sprake is van verwijtbaarheid. Wanneer deze
dus bewust verkeerde gegevens heeft verstrekt, bijvoorbeeld over zijn inkomen. Ook kan
terugvordering van een voorziening in natura aan de orde zijn wanneer de aanvrager in
gebreke blijft zijn eigen bijdrage binnen de gestelde termijn en na aanmaning te voldoen. Het
is raadzaam vooraf een inschatting te maken van de kosten en te verwachten baten, gezien de
mogelijke kosten van een civielrechtelijke procedure. Daarbij moet niet alleen gekeken
worden naar de kosten van inschakeling van een procureur, maar ook naar mogelijke
invorderingskosten, zoals de kosten van inschakeling van een deurwaarder.
Wanneer blijkt dat een financiele tegemoetkoming of een gemaximeerde vergoeding binnen
zes maanden na de uitbetaling niet is aangewend voor de bekostiging van de voorziening
waarvoor deze is verleend, kan deze betaling ook worden teruggevorderd. Het gaat hierbij om
voorzieningen waarbij de uitbetaling van de tegemoetkoming of de vergoeding aan de
aanschaf van de voorziening voorafgaat. Bij woningaanpassingen zal dit in de regel niet
voorkomen omdat de uitbetaling pas dan plaatsvindt nadat de woningaanpassing is
uitgevoerd. Artikel 37 is dus niet van toepassing op woningaanpassingen.
62
Dienst Sociale Zaken en Werkgelegenheid Noardwest Fryslan Verordening voorzieningen maatschappelijke ondersteuning.
Vastgesteld door het bestuur op 27 September 2006, laatstelijk gewijzigd in zijn vergadering op 22 april 2009,
inwerking getreden op <later invullen>.