2011
De gemeente heeft een CJG, dat minimaal bestaat uit de volgende organisaties: JGZ,
AMW, BJZ, zorg(advies)teams, schoolmaatschappelijk werk, regionaal zorgoverleg
Er is teraninste een laagdrempelig fysiek inlooppunt in de gemeente
Er is afstemming tussen het aanbod van organisaties en afspraken zijn vastgelegd
Afspraken zijn gemaakt en vastgelegd rond signaleren, afhandelen en doorverwijzen
Afspraken zijn gemaakt en vastgelegd rond regievoering en zorgcoordinatie
Professionals worden ge'informeerd over het aanbod
Elet CJG heeft een lijn met Bureau Jeugdzorg en ZAT's
2012
Er wordt een onderzoek naar de klanttevredenheid uitgevoerd
2.2 Zorg Advies Team
Inleiding
In het jaar 2011 wordt de Wet op het Passend Onderwijs ingevoerd.
Passend Onderwijs betekent dat voor alle leerlingen de kansen op de beste ontwikkeling
centraal staan; 'geen kind tussen wal en schip'. Vroegsignalering heeft hierin een hoge
prioriteit. Zowel het primair onderwijs als het voortgezet onderwijs heeft de beschikking over
een zorgstructuur. Elke school heeft daarvoor een zogenaamde interne begeleider c.q.
leerlingbegeleider. Het openbaar en het bijzonder primair onderwijs hebben inmiddels ieder
een clustercoordinator. In de zorgstructuur wordt door exteme partijen geparticipeerd, zoals
schoolmaatschappelijk werk, schoolarts, psycholoog etc. De zorgstructuur richt zich op
leerlingen die om wat voor reden dan ook extra zorg nodig hebben. De samenwerking tussen
betrokken voorzieningen moet resulteren in de 1 kind, 1 plan' aanpak: een samenhangend en
doorlopend systeem voor de leerling. CJG en ZAT moeten op elkaar aansluiten en de
rolverdeling moet worden bepaald.
Huidige en gewenste situatie
De ervaring leert dat de huidige zorgstructuur op bepaalde punten kan worden verbeterd.
Leerkrachten zijn deskundig, en moeten in staat zijn om de "probleemleerlingen" te
signaleren. Om te voorkomen dat een leerling te laat wordt doorverwezen zou een betere
instructie voor de leerkrachten uitkomst kunnen bieden, zodat men in alle gevallen en voor
alle situaties weet waar men tijdig terecht kan. Naast leerproblemen bij leerlingen kunnen ook
heel andere zaken aan de orde zijn, die niet door de school zelf kunnen worden opgelost.
Daarvoor is doorverwijzing naar andere organisaties noodzakelijk. Belangrijk is om in de
toekomst te werken aan betere afstemming tussen deze organisaties.
Het bovenschoolse Protestant Christelijk Primair onderwijs is gemeentelijk georganiseerd.
Het openbaar primair onderwijs is ingericht in Middelseeverband en het voortgezet onderwijs
maakt ook deel uit van regionale verbanden. Voor de aansluiting van CJG en ZAT is het aan
te bevelen dat het CJG eveneens bovengemeentelijk wordt ingericht.
Bureau Jeugdzorg geeft aan, dat scholen weinig doorverwijzen naar Bureau Jeugdzorg (BJZ)
en weinig melding maken van problemen bij jongeren. Omgekeerd meldt het onderwijs dat
het contact met BJZ stroef verloopt, vanwege de ondoorzichtige procedures en het feit dat er
niet wordt teruggekoppeld door BJZ. Om daarin (beter) te voorzien, zou vanuit de school een
directe ingang tot stand moeten komen met het op te richten Centrum voor Jeugd en Gezin.
Het Friese Basismodel CJG (indien aanwezig maakt het schoolmaatschappelijk werk hiervan
deel uit) borgt immers de 'schakeP met het onderwijs.