nodiging of een bezoek van de leerplichtambtenaar krijgen. Afhankelijk van de achtergronden
van het verzuim kan er vanuit Leerplicht bemiddeld worden. Hulpverlening kan ingeschakeld
worden en ook het opmaken van een
proces-verbaal behoort tot een van de mogelijkheden. Met een 'lik-op-stuk beleid', directe
doorverwijzingen en adequate (soms altematieve) taak -en leerstraffen spant leerplicht zich in
voor alle leerplichtige leerlingen.
Verzuimpreventie is een andere belangrijke taak voor de leerplicht. De leerplichtconsulenten
maken daarom deel uit van de zorgteams op de scholen. Daamaast organiseert Leerplicht
voorlichting voor het primair en voortgezet onderwijs over dit onderwerp en wordt er samen
met andere partners vemieuwende benaderingen gei'ntroduceerd om schooluitval - waar
mogelijk - te voorkomen.
Wet Kinderopvang
De Wet kinderopvang is op 1 januari 2005 in werking getreden. De wet geeft ouders meer
mogelijkheden om arbeid en zorg te combineren. De wet regelt de kwaliteit en het toezicht
daarop en de financiering van de kinderopvang.
Kinderopvang werd hiermee een gezamenlijke verantwoordelijkheid van ouders, overheid en
werkgevers. Het Ministerie van OCW is verantwoordelijk voor het kinderopvangbeleid. De
overheid regelt sinds 2007 de werkgeversbijdrage voor kinderopvang. Ouders kunnen een
kinderopvangtoeslag ontvangen. Het gaat om werkende ouders en ouders die een studie of
traject volgen om aan het werk te gaan en die gebruik maken van geregistreerde
kinderopvang.
Met ingang van het schooljaar 2007-2008 zijn basisscholen verplicht om de aansluiting met
de buitenschoolse opvang te organiseren als ouders daar om vragen.
De kwaliteit van de kinderopvang is een zaak van de overheid, aanbieders van kinderopvang
en ouders, die gebruik maken van kinderopvang. Volgens de Wet kinderopvang zijn
ondememers in de kinderopvang verplicht 'verantwoorde kinderopvang' aan te bieden. Dit is
kinderopvang die bijdraagt aan een goede ontwikkeling van een kind in een veilige en
gezonde omgeving.
Het kwaliteitsbeleid is vastgelegd in de 'Beleidsregels kwaliteit kinderopvang' als onderdeel
van de Wet kinderopvang. Deze beleidsregels zijn gebaseerd op het convenant 'Verantwoorde
kinderopvang: verdere stappen naar de toekomst'. Dit convenant hebben de aanbieders en de
afnemers in de kinderopvang samen opgesteld. Eind 2006 heeft de branche de inhoud van het
Convenant geevalueerd en op onderdelen aangepast.
De gemeente is verantwoordelijk voor toezicht op de kwaliteit van de opvang. De GGD voert
regelmatig inspecties uit. Het Rijk is verantwoordelijk voor het landelijke toezicht hierop.
Sinds de Wet Kinderopvang is alle formele opvang verplicht zich bij de gemeente te melden.
De GGD registreert en controleert de opvang. Daarmee bestrijdt de GGD illegale opvang en
pakt kindercentra die tekort schieten aan.
Onderwiisachterstandenbeleid en lokale educatieve agenda
Vanaf 1 augustus 2006 is er een nieuwe Wet Onderwijsachterstandenbeleid (wet OAB).
Voorheen waren gemeenten verantwoordelijk voor het onderwijsachterstandenbeleid en
schoolbegeleiding. Nu is dit voor het grootste deel een verantwoordelijkheid van de scholen
zelf geworden. Zij ontvangen daarvoor rechtstreeks budget van het rijk.
De gemeente blijft wel verantwoordelijk (inclusief budget) voor de WE -programma's in de
peuterspeelzalen en voor de schakelklassen in het basisonderwijs. Daamaast stelt de gemeente
voor een aantal activiteiten geld uit eigen middelen beschikbaar. Scholen zijn
verantwoordelijk voor het vroegschoolse deel van het VVE programma.