1 Inleiding
Onder het gemeentelijk grondbeleid wordt verstaan: 'het op zodanige wijze handhaven van het
bestaande grondgebruik of het realiseren van de gewenste veranderingen in het grondgebruik,
dat dit past in de doelstellingen die de gemeente heeft geformuleerd voor de ruimtelijke orde-
ning'. Het grondbeleid is daarmee voorde gemeente een instrument om beleidsdoelen op het
gebied van wonen, economie en sociaal te realiseren.
In het Besluit Begroting en Verantwoording voor Provincies en Gemeenten (BBV) is artikel 16
opgenomen, dat gaat over het grondbeleid. Daarin is onder andere bepaald dat de gemeente
een visie op het grondbeleid dient te hebben. Met het opstellen van een nota grondbeleid wordt
voldaan aan deze bepaling.
1.1 Aanleiding
De nota grondbeleid van de Gemeente Leeuwarderadeel is opgesteld in november 2007. De
invoering van de nieuwe Wet ruimtelijke ordening (Wro1) per 1 juli 2008 maakt dat de gemeente
haar beleid opnieuw dient te formuleren. In de Wro wordt aan de gemeente een regiefunctie
toegedacht voor het ruimtelijk beleid en het grondbeleid. Daarnaast moet ze de bestemmings-
plannen voorzien van een kostenverhaalinstrumentarium. Daarmee is de mogelijkheid van een
passieve vorm van grondbeleid, zoals genoemd in de vorige nota, vervallen.
Een andere ontwikkeling in de gemeente is dat recent een samenwerkingsovereenkomst is ge-
sloten met Nieuwe Borg voor het realiseren van ca 350 nieuwe woningen op een uitbreidingslo-
catie. Dit is voor de komende periode de laatste grote uitbreiding.
Deze nota is dan ook opgesteld om de geformuleerde doelstellingen via herstructurering, in-
breiding en kleine (minder dan 30 woningen) uitbreidingen te realiseren.
1.2 Leeswijzer
In hoofdstuk 2 beginnen we met een algemeen deel over de vormen van grondbeleid, de Wro
en welke (on)mogelijkheden zij biedt en instrumenten die kunnen worden ingezet.
In hoofdstuk 3 bieden we een overzicht van de beleidsdoelstellingen die door de gemeente zijn
gesteld. Tevens bespreken we hier de financiele voorschriften die voortvloeien uit het BBV en
de gemeentelijke financiele verordening.
In hoofdstuk 4 kijken we welke mogelijkheden de Wro biedt om de gestelde doelstellingen te
realiseren.
In hoofdstuk 5 bespreken we het beleid random grondverwerving en in hoofdstuk 6 het beleid
random gronduitgifte.
In hoofdstuk 7 hebben we het financiele kader, gesteld in de BBV, uitgewerkt. Daarnaast gaan
we in op het proces van financiele sturing gedurende de hele looptijd van het plan.
Deze nota sluiten we af met de conclusie en aantal aanbevelingen.
Voor de leesbaarheid van het stuk is de omvang van deze nota grondbeleid beperkt gehouden.
Wij gaan kort en bondig op de belangrijkste onderwerpen in. Voor meer informatie random de
Wro en de bepalingen van de grondexploitatiewet verwijzen wij u naar de "Handreiking Grond-
exploitatiewet" die te vinden is op de website van Ministerie van VROM
(http://www.vrom.nl/pagina.html?id=35528).
11n dit stuk wordt met Wro de nieuwe Wet ruimtelijke ordening bedoeld inclusief de grondexploi
tatiewet. De oude wet wordt aangeduidt met WRO.
Grontmij
Inleiding
03/5422, revisie 6
Pagina 5 van 24