De welstandsnota
De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan juridisch houdbare criteria en
efficiente procedures. Bovendien moet de nota leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor
verschillende 'gebruikers'. Dit programma van eisen levert een gelaagde nota op waarin
welstandscriteria in allerlei soorten en maten worden uitgewerkt.
Deze welstandnota(2009) is een vervolg op een evaluatie van de nota van 2004. In hoofdlijnen
zijn de uitgangspunten onveranderd echter op enkele punten zijn bepaalde spanningsvelden in
de nota met ander beleid en visies(zoals bijv. bestemmingsplannen) op elkaar afgestemd.
Hoofdstuk 1 begint met een beschrijving van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de werkwijze
van de welstandscommissie. Daama volgen paragrafen over de verantwoordelijkheden van de
gemeenteraad en burgemeester en wethouders bij respectievelijk de vaststelling en de
uitvoering van het welstandsbeleid. Vervolgens wordt ingegaan op de betekenis en de inhoud
van het advies van de welstandscommissie. In de volgende paragrafen komt de
welstandscommissie aan de orde. Tot slot volgen paragrafen over de openbaarheid van de
vergaderingen van de welstandscommissie, de mogelijkheden voor vooroverleg met de
welstandscommissie, de werkwijze bij projecten waar planbegeleiding door een supervisor
plaatsvindt en over de handhaving van het welstandsbeleid en de excessenregeling.
Hoofdstuk 2 van de welstandsnota geeft de criteria die burgemeester en wethouders en de
welstandscommissie gebruiken bij het welstandsoordeel. Allereerst worden de algemene
welstandsaspecten beschreven die gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling.
Daama worden de gebiedsgerichte welstandscriteria gegeven. Deze worden bij iedere
welstandsbeoordeling gebruikt om te beoordelen hoe het bouwwerk zich gedraagt in zijn
omgeving.
Er zijn 9 gebiedstypen onderscheiden die elk een eigen set van welstandscriteria hebben
gekregen. In de volgende paragraaf van het tweede hoofdstuk worden welstandscriteria
gegeven voor specifieke bouwwerken (boerderijen). Daama volgt een paragraaf over
welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. De welstandscriteria voor deze
kleine bouwplannen zijn vrijwel objectief zodat een ambtelijke toets mogelijk is. Alleen als
zo'n bouwplan van de criteria afwijkt of als in een bijzondere situatie de criteria niet van
toepassing kunnen zijn, wordt het plan aan de welstandscommissie voorgelegd. Deze
welstandscriteria voor de kleine bouwplannen zijn opgenomen in een afzonderlijk document. In
de laatste paragraaf wordt tot slot de procedure gegeven voor het opstellen van
welstandscriteria voor grotere (her-) ontwikkelingsprojecten. De nota wordt afgesloten met een
overgangsbepaling en bijlagen.
Gebruik van de welstandsnota en hardheidsclausule
Of een plan vergunningsvrij of vergunningplichtig is, is vastgesteld in het Besluit
bouwvergunningsvrije en lichtvergunningplichtige bouwwerken (AMvB, juli 2002).
Ter toelichting:
Voor vergunningsvrij e bouwwerken is geen preventief welstandstoezicht aan de orde.
s Voor vergunningsplichtige bouwplannen is dan de vraag op grond van welke
welstandscriteria zij worden beoordeeld.