De bebouwing in Britsum is deels geconcentreerd rond de kerk. Rond 1890 werd de Greate
Buorren aangelegd en bebouwd. Na 1950 is het dorp aan de zuidzijde en nog later aan de
oostzijde uitgebreid. Feinsum is ooit als terpdorp ontstaan, maar daarvan is in de huidige
bebouwingsstructuur weinig meer te herkennen. Het dorp manifesteert zich momenteel als
lintdorp langs de Hege Hearewei /Holdingawei). Uitbreidingen hebben tot op heden niet
plaatsgevonden. Dit is wel het geval in Hijum. Aan de westzijde van de oorspronkelijk rond de
kerk geconcentreerde bebouwing is nieuwbouw gepleegd. Het dorp Aide Leie is in
tegenstelling tot de overige dorpen in de gemeente niet als terpdorp ontstaan, maar als zijldorp
bij de zijl in de Stienzer Dijk. Het dorp breidde zich vervolgens uit langs de Stienzer Dyk,
waardoor het dorp het karakter van een dijkdorp heeft gekregen. Na-oorlogse uitbreidingen
hebben plaatsgevonden aan de oostzijde van het dorp.
Verspreide bebouwing
De verspreide bebouwing komt vooral voor in het Aldlan. Op enkele plaatsen, zoals op
Tichelwurk, Finsterbuorren en de Tsjessingawei, is deze bebouwing geconcentreerd in
lintbebouwing.
Gebiedsindeling en welstandsambities
Er zijn verschillende types welstandsgebieden onderscheiden. Voor elk type gebied (en in
voorkomende gevallen uitgesplitst naar een onderverdeling) is een beoordelingskader
opgesteld, waarin steeds de volgende onderdelen aan de orde komen:
Een korte beschrijving van het gebiedstype, waarbij aandacht wordt besteed aan de
ontstaansgeschiedenis, de stedenbouwkundige of landschappelijke omgeving, een
typering van de bouwwerken, het materiaal- en kleurgebruik en de detaillering;
Een samenvatting van het beleid, de te verwachten en/of gewenste ontwikkelingen en
- de waardering voor het gebied op grond van de belevingswaarde en eventuele
bijzondere cultuurhistorische, stedenbouwkundige of architectonische werken;
De aanvullende beleidsinstrumenten die de gemeente inzet in het gebied;
De voor het gebied geldende welstandsambitie;
De welstandscriteria, steeds onderverdeeld in criteria betreffende de relatie met de
omgeving van het bouwwerk, de massa, de opbouw en de detaillering.
Elk gebied een eigen 4 am bit ie'
Het vaststellen van de welstandsambitie is een cruciaal element van het welstandsbeleid. De
kwaliteit van de gebieden, het gevoerde ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de verwachtte
ontwikkelingen zijn bepalend. In theorie zijn vier welstandsambities mogelijk:
het door het Rijk aangewezen beschermde stads- of dorpsgezicht. Deze aangewezen
gezichten worden van algemeen belang geacht wegens de schoonheid, de onderlinge
ruimtelijke of structurele samenhang dan wel de wetenschappelijke of
cultuurhistorische waarde. Deze waarden worden onder meer beschermd door een
bestemmingsplan en doordat bouwwerken die elders vergunningsvrij zijn, in deze
gebieden onder de lichte vergunningsplicht vallen. De algemene beleidsintentie zal hier
vooral gericht zijn op het handhaven en versterken van de bestaande kwaliteiten.
het bijzondere welstandsgebied. Het gaat hier om de gebieden waar extra aandacht
voor de ruimtelijke kwaliteit wenselijk wordt geacht en de gemeente naast het
welstandstoezicht ook aanvullende beleidsinstrumenten inzet (of dit in de nabije
toekomst zal doen). In deze gebieden moet het welstandstoezicht een bijdrage leveren