7. Evaluatie eerste notitie gemeenteliik gezondheidsbeleid
Zoals al in deze notitie is aangegeven is er in 2004 een eerste notitie over het gemeentelijke
gezondheidsbeleid vastgesteld. Vragen, die dan nu bij de tweede notitie naar voren komen
zijn:
wat heeft de eerste notitie gemeentelijk gezondheidzorg opgeleverd
wat is er van de hierin verwoorde plannen gerealiseerd
Om hier een beeld van te krijgen dient terug te worden gekeken naar met name hoofdstuk 6
van de eerste notitie. Hierin stonden vier concrete uitvoeringsplannen benoemd, die tijdens de
looptijd van de notitie nader uitgewerkt, dan wel tot uitvoering, gebracht zouden moeten
worden.
Van alle vier de genoemde uitvoeringsplannen kan worden gesteld dat hier de afgelopen
beleidsperiode, hoewel misschien (nog) niet direct in de vorm van een op een zichtbare
resultaten, toch wel het nodige mee is gebeurd c.q. stappen in zijn ondemomen.
De uitvoeringsplannen zijn de afgelopen jaren een logisch onderdeel van een tweetal brede
landelijke ontwikkelingen geworden. Hierbij moet dan worden gedacht aan de per 1 januari
2007 in werking getreden Wet Maatschappelijke Ondersteuning (WMO) en het komende
Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG). De WMO stond ten tijde van de eerste notitie nog in de
kinderschoenen en van een CJG was toen nog geen sprake.
Met de verdere lokale realisatie (concrete uitwerking) van de WMO en straks het CJG krijgen
de genoemde uitvoeringsplannen de invulling die hierbij in 2004 in principe ook voor ogen
stond.
1. Een lokaal zorsloket.
Met de gewijzigde A WBZ en functiegerichte indicering zijn de mogelijkheden voor
zorgaanbieders om ook andere vormen van zorg aan te bieden dan de "core business"
verruimd. Vanuit dat perspectief is het nog belangrijker dat zorgaanvragers goed over
hun mogelijkheden zijn ge'informeerd.
Hierin zou kunnen worden voorzien door het opzetten van een centraal gemeentelijk
advies- en informatiepunt waar ouderen, gehandicapten, mantelzorgers, maar ook andere
zorgvragers met vragen op het gebied van wonen, welzijn en zorg terecht kunnen.
Dit loket zou tevens als frontoffice kunnen fungeren voor het aanvragen van
voorzieningen. Op deze wijze kan worden voorkomen dat ouderen bij diverse instanties
steeds weer hun verhaal moeten doen en daardoor door de bomen het bos niet meer zien.
Het in de eerste notitie genoemde lokale zorgloket krijgt thans zijn concrete uitwerking in het
brede WMO-loket, zoals dat is verwoord in de notitie "WMO-loket Leeuwarderadeel; van
zorgloket naar participatieloket". Op dit moment wordt samen met de Dienst SoZaWe NW
Fryslan aan de concrete invulling van dit brede WMO-loket gewerkt. Dit loket zal in 2010
operationeel zijn.
2. De ouderenadviseur.
Van verschillende kanten wordt op het belong van een ouderenadviseur gewezen.
Een ouderenadviseur kan een belangrijke schakel tussen zorgvraag en -aanbod voor
ouderen zijn. Een ouderenadviseur geeft individuele, maar ook groepen, ouderen met
hulpvragen onafhankelijk advies en informatie. Op verzoek kunnen ouderen hierbij ook thuis
worden bezocht.
Voor 2004 wordt er bij Stichting "De Skalm "vooreerst financiele ruimte beschikbaar gesteld
15