Artikel 41A gemeentewet VERKLARING en BELOFTE Nederlands Alvorens hun functie te kunnen uitoefenen, leggen de wethouders in de vergadering van de raad, in handen van de voorzitter, de volgende verklaring en belofte af: "Ik verklaar dat ik, om tot wetboucler benoemd te warden, rechtstreeks noch middellijk, onder welke naam of welk voorwendsel ook, enige gift of gunst heb gegeven of beloofd. Ik verklaar en beloof dat ik, om iets in dit ambt te doen of te laten, rechtstreeks noch middellijk enig geschenk of enige belofte heb aangenomen of zal aannemen. Ik beloof dat ik getrouw zal zijn aan de Grondwet, dat ik de wetten zal nakomen en dat ik mijn plichten als wethouder naar eer en geweten zal vervullen. Dat verklaar en beloof ik!" Fries Wanneer de verklaring en belofte in de Friese taal wordt afgelegd, luidt de tekst van de verklaring en belofte als volgt: «lk ferklearje dat ik, om ta wethalder beneamd te wurden, streekrjocht noch midlik, under wat namme of wat ferlechje ek, hokker jefte of geunst dan ek jun of unthjitten haw. Ik ferklearje en unthjit dat ik, om eat yn dit amt te dwaan of te litten, streekrjocht noch midlik hokker geskink of hokker unthjit dan ek oannommen haw of oannimme sil. Ik unthjit dat ik trou weze sil oan 'e GrOnwet, dat ik de wetten neikomme sil en dat ik myn plichten as wethalder yn aile oprjochtens ferfolje sil. «Dat ferklearje en unthjit ik!».

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 22