3. Beleidsuitgangspunten In dit hoofdstuk worden de beleidsuitgangspunten geformuleerd die betrekking hebben op reserves en voorzieningen. Hierbij gaat het om de instelling van reserves en voorzieningen, richtlijnen met betrekking tot dotaties en onttrekkingen, renteaspecten en overige aanverwante aandachtspunten. 3.1 Instellingscriteria Om het aantal en de omvang van de reserves en voorzieningen beperkt te houden, moeten er goede gronden aanwezig zijn om een reserve of een voorziening in te stellen of in stand te houden. Hierbij wordt rekening gehouden met de wettelijke voorschriften. Het instellen of opheffen van reserves en voorzieningen is een bevoegdheid van de raad en dient dus bij afzonderlijk raadsbesluit (apart beslispunt) plaats te vinden. Bij het instellen van reserves en voorzieningen moeten de volgende criteria worden gehanteerd: Bestemmingsreserves Bestemmingsreserves worden alleen ingesteld: 1. voor concrete, in principe binnen vooraf bepaalde tijd te realiseren, door de raad vast te stellen doelen. Reservevorming dient hiervoor gemotiveerd noodzakelijk te zijn. Blijft realisatie binnen de gestelde termijn uit, dan vindt opnieuw afweging door de raad plaats; dit kan betekenen dat de reserve kan worden gehandhaafd voor het doel waarvoor deze is gevormd, of dat de bestemming wordt veranderd en de reserve om die reden kan worden opgeheven; 2. voor het afdekken van kosten voortvloeiend uit redelijkerwijs niet in te schatten (omvangrijke) financiele risico's; 3. voor het veiligstellen van object- of doelsubsidies/bijdragen van derden of niet benutte delen daarvan, waarvan de verplichting tot het doen van uitgaven zich pas in latere jaren voordoet, maar waarvan de aanwending niet is gebonden c.q. waarop geen terugbetalingsverplichting rust; 4. voor de egalisatie van ongewenste schommelingen in gemeentelijke tarieven die naar derden toe (of intern) worden gehanteerd, indien de besteding niet dusdanig gebonden is dat de middelen moeten worden teruggegeven als ze niet zijn besteed aan het doel waarvoor ze zijn geheven. Voorzieningen Voorzieningen worden alleen ingesteld: 1. bij concrete verplichtingen en verliezen waarvan de omvang onzeker is, doch redelijkerwijs is in te schatten; 2. bij bestaande risico's terzake van bepaalde te verwachten verplichtingen of verliezen waarvan de omvang redelijkerwijs is in te schatten; 3. voor het veiligstellen van object- of doelsubsidies/bijdragen van derden of niet benutte delen daarvan, waarvan de verpiichting tot het doen van uitgaven zich pas in latere jaren voordoet en waarvan de aanwending is gebonden c.q. waarop een terugbetalingsverplichting rust; 4. voor de egalisatie van ongewenste schommelingen in gemeentelijke tarieven die naar derden toe worden gehanteerd en waarvan de besteding gebonden is, dat wil zeggen dat de middelen moeten worden teruggegeven als ze niet zijn besteed aan het doel waarvoor ze zijn geheven; 8

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2010 | | pagina 43