Gemeentewet, Artikel 160
"2.Het college besluit slechts tot de oprichting van en de deelneming in stichtingen,
maatschappen, vennootschappen, verenigingen, codperaties en onderlinge
waarborgrnaatschappijen, indien dat in het bijzonder aangewezen moet worden geacht voor
de behartiging van het daarmee te dienen openbaar belang. Het besluit wordt niet genomen
dan nadat de raad een ontwerp-besluit is toegezonden en in de gelegenheid is gesteld zijn
wensen en bedenkingen ter kennis van het college te brengen.
3.Een besluit als bedoeld in het tweede lid behoeft de goedkeuring van gedeputeerde staten.
De goedkeuring kan slechts worden onthouden wegens strijd met het recht of het algemeen
belang.
In de duuizaamheidsovereenkomst die onderdeel uitmaakt van de SPA is in feite reeds
impliciet besloten tot het inrichten van een stichting die toeziet op nalevmg van de
duurzaamheidsafspraken. Vanwege de korte tijdspanne tussen de totstandkoming van de
duurzaamheidsovereenkomst en de ondertekening van de SPA hebben uw Staten echter nog
niet de mogelijkheid gehad om wensen of bedenkingen te uiten en hebben wij nog geen
formele goedkeuring aan de Minister van BZK gevraagd. Via dit voorstel willen wij deze
stappen alsnog doorlopen.
Hierbij willen we u de volgende noties met betrekking tot de stichting en haar structuur
meegeven:
- met deelname in de stichting wordt het publieke belang van het borgen van de
beschikbaarheid, betaalbaaxheid en duurzaamheid van energie voor de burger,
gediend. RWE/Essent streven met hun investeringen naar een goede balans tussen
deze drie aspecten;
- de keuze voor de stichting als organisatievorm sluit aan bij de wens om:
de krachten van de betrokken overheden/aandeelhouders te bundelen om
slagvaardig op te kunnen treden;
indien noodzakelijk rechtshandelingen te kunnen verrichten teneinde nalevmg
van de afspraken af te dwingen;
private partijen (RWE en Essent) rechtstreeks te kunnen betrekken;
bedrijfsinformatie vertrouwelijk te kunnen behandelen;
snel en flexibel te kunnen opereren.
- het is erg uitzonderlijk dat de verkopende partijen na de vervreemding van aandelen
rechtstreeks betrokken blijven bij de toekomstige investeringen van de kopende party;
de Stichting kent een vrij complexe structuur, getuige de drie besluitvormingslagen,
alien met een personele bezetting op bestuurlijk niveau. Er is onderzocht of de opzet
niet vereenvoudigd kon worden, bijvoorbeeld door de stichting onder te brengen in de
bestaande Verkoop Vennootschap BV, maar dit bleek niet mogelijk omdat dit
conflicteert met hetgeen met betrekking tot de stichting is opgenomen in de Offer,
Sale and Purchase Agreement. Het openbreken van deze verkoopovereenkomst om
wijzigingen aan te brengen is niet wenselijk.