Notitie inlelding 1Waarom deze Stichting? Provincie Noord-Brabant i Onderwerp Aanvullende informatie inzake deelneming in Stichting Duurzaamheid In de afgelopen weken zijn er door enkele provindes en gemeenten vragen gesteld naar aanleiding van de modelstukken die u zijn toegestuurd in verband met de deelneming in de Stichting Essent Sustainability Development ("Stichting Duurzaamheid"). Via deze notitie geven wij antwoord op deze vragen en willen we u nog aanvullende informatie verschaffen die u bij het besluitvormingstraject over de deelname kunt betrekken. De oprichting van een Stichting Duurzaamheid is in de verkoopovereenkomst tussen RWE en Essent opgenomen op (dringend) verzoek van de aandeelhouders. In artikel 7.10 van deze overeenkomst is de verplichting opgenomen om in een aparte overeenkomst (dit is later de zogenaamde "Development Plan Agreement" of het "Duurzaamheidsconvenant" geworden) vast te leggen op welke wijze RWE de op dat moment bij Essent bestaande investeringsplannen zal uitvoeren. Deze verphchting voor RWE is in de Verkoopovereenkomst opgenomen, en later in de vorm van de stichting duurzaamheid uitgewerkt in de Development Plan Agreement, om te bewerkstelligen dat Essent, na de overname door RWE, een volwaardige en duurzame ondememing zou blijven. Redenen hiervoor waren onder meer de werkgelegenheid bij Essent, maar ook de toekomst van Essent als zelfstandige onderneming te bewerkstelligen en om haar duurzame beleid in Nederland te continueren. Het was de uitdrukkelijke wens van aandeelhouders dit vast te leggen en via de Stichting Duurzaamheid naleving te kunnen controleren. Uit het voorgaande volgt dat de deelneming in de Stichting Duurzaamheid een noodzakelijk gevolg is van de afspraken zoals opgenomen in artikel 7.10 van de verkoopovereenkomst en met name het Development Plan Agreement. Deze afspraken zijn gemaakt om tegemoet te komen aan de wensen van aandeelhouders om de ontwikkeling van en investering in Essent ook na overname door RWE te waarborgen. Aandeelhouders zijn dan nu ook gehouden om deze afspraken na te komen en deel te nemen in de Stichting Duurzaamheid, zodat zij in de toekomst hun rechten ingevolge de Development Plan Agreement kunnen afdwingen. In de overeenkomst is vastgelegd dat indien RWE naar het oordeel van de aandeelhouders in gebreke blijft, RWE een boete van meurimaal 40 miljoen (2 x 20 mln.) aan de aandeelhouders verschuldigd is. De keuze voor de stichting als rechtspersoon komt voort uit het feit dat dit het beste past bij het doel en dat in de toezichtsfunctie nauw moet worden samengewerkt met RWE/Essent. Anders dan bij de zogenaamde Special Purpose Vehicles (SPV's) neemt ook RWE deel in de rechtspersoon en ligt koppeling aan een bestaande SPV daarom niet voor de hand. Daarnaast is indertijd besloten eenzelfde constructie te gebruiken als bij de verkoop van NUON aanVattenfall en deze werken ook met een stichting. Aan Aandeelhouders Verkoop Vennootschap BV Kople aan Datum 26 augustus2010 Van Projectteam Deelnemingen T.M. Brinkhoff Dlrectie Economie en Mobiliteit Telefoon (073) 681 28 20 Paraaf Bureauhoofd DlrectieHd/dlrectevir

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2011 | | pagina 97