Woonvisie Leeuwarderadeel
Antwoord op zienswijzen
lljuli 2011
werk
21.059 Structuurplan wonen Woonvisie Leeuwarderadeel
onderwerp
Reactie op zienswijzen
K A W
Via deze notitie reageren wij op de zienswijzen die in het kader van de inspraakprocedure zijn
ingediend op de Woonvisie Gemeente Leeuwarderadeel 2010-2015. De volgende zienswijzen
zijn ingediend:
1. Zienswijze familie T. Pollema, Truerderdyk 12, Stiens;
2. Zienswijze Klaas Elgersma, namens 17 gezinnen;
3. Zienswijze L. Spandaw, namens dezelfde 17 gezinnen;
4. Zienswijze Provinsje Fryslan;
5. Zienswijze gemeente Leeuwarden.
We geven thematisch antwoord op de zienswijzen en werken niet elk punt in elk van de
zienswijzen apart uit, vanwege de overlap in de punten.
Concrete acties die voortkomen uit de zienswijzen zijn:
- Preciezere en uitgebreidere monitoring van nieuwbouw en bestaande voorraad;
- Blijvende afstemming van de programmering met de stadsregio en de Middelsegemeenten;
- Verduidelijking van de programmering tot 2016, om te voldoen aan de provinciale kaders;
- Bijstelling prioriteiten: inbreiden is van even groot belang als uitbreiding.
Groei en krimp
Uit de zienswijzen blijkt dat de indieners 1, 2 en 3 het oneens zijn met de demografische
uitgangspunten waarmee de gemeente Leeuwarderadeel werkt. We komen daarom met een
nadere toelichting en onderbouwing bij de gekozen uitgangspunten voor de woningbehoefte en
we gaan in op de verschillen tussen de in omloop zijnde prognoses.
Op de eerste plaats is het zaak om de ontwikkeling van het aantal inwoners en huishoudens uit
elkaar te houden. In de zienswijzen worden beide factoren aangehaald. Huishoudensontwikkeling
is direct bepalend voor de woningbehoefte. In alle prognoses is te lezen dat de gemiddelde
huishoudensgrootte afneemt, met als gevolg dat het aantal huishoudens naar verhouding sneller
groeit langzamer krimpt dan het aantal inwoners. Pas bij stevige krimp van het aantal inwoners
datum
Niet inwoners maar huishoudens zijn bepalend voor de woningbehoefte