wij inderdaad de contingenten overschrijden. In de definitieve structuurvisie wonen herstellen we
deze fout en verduidelijken we de programmering (zie tabellen 2, 8 en 9).
Hoewel wij in onze woonvisie uitgaan van een huishoudensgroei, onderkennen ook wij dat de
marktsituatie momenteel minder gunstig is dan enkele jaren of zelfs een jaar geleden. De
perspectieven zijn ongunstiger dan tijdens opstelling van de woonvisie het geval was. De zeer
recente ontwikkelingen bij banken versterkt deze situatie.
Ondanks de latente woonwensen maken veel huishoudens dan ook een pas op de plaats. Dit leidt
in elk geval op korte termijn tot vertraging minder vraag voor De Steens. Wanneer en in
hoeverre de vraag aantrekt is op voorhand niet te zeggen, maar huishoudensgroei vertaalt zich
vroeg of laat in een woningbehoefte.
Vanwege de onzekerheden knippen we De Steens op in meerdere tussenfases. We willen we dat
elke tussenfase van De Steens een goed en gemengd programma oplevert en in elke tussenfase is
het belangrijk om de marktvraag te monitoren. In het meest extreme geval moet ook elke
tussenfase een goede eindfase zijn.
De werkgelegenheidsontwikkeling richting zuiden is een punt van zorg. Dit geldt ook voor
mogelijke afbouw van werkgelegenheid op de vliegbasis. Een ander punt van zorg, de
bereikbaarheid, wordt echter grotendeels weggenomen na aanleg van de Noordwest tangent. Dit
maakt het beter mogelijk om in Leeuwarderadeel te blijven wonen, ook met werk elders. De
positie van Leeuwarderadeel vraagt evengoed om blijvende alertheid.
We monitoren niet alleen De Steens maar ook de andere plannen en voorraadontwikkelingen in
stadsregionaal verband. Daamaast bepalen de marktomstandigheden in welk tempo nieuwbouw
plaatsvindt; daarmee is de nieuwbouw per definitie marktconform.
De gemeente Leeuwarderadeel heeft de concept woonvisie meerdere malen besproken in
stadsregionaal verband en als concept toegestuurd aan andere regiogemeenten.
In de regio Noordwest Friesland is er een onderzoek uitgevoerd naar demografische
ontwikkelingen. Dit heeft nog niet geleid tot concrete afstemmomenten maar we staan open voor
overleg, als daar vanuit de regio behoefte aan is.
Binnen de Stadsregio hebben we woningbouwafspraken gemaakt, waarvan ook monitoring deel
uitmaakt. In 2012 vindt evaluatie plaats. Ook is er op ambtelijk niveau in stadsregionaal verband
maandelijks overleg en hebben we de nieuwbouwmonitor die ook aan de provincie wordt
verstuurd.
Een succesvolle ontwikkeling in Leeuwarderadeel kan negatieve gevolgen hebben voor meer
perifeer gelegen Middelsegemeenten. Het beoogde programma is echter niet gericht op
aantrekken van huishoudens uit die gemeenten maar voor opvangen van huishoudensgroei binnen
de gemeente zelf. Daarmee is de gemeente geen 'freerider'. Daadwerkelijke migratiestromen
kunnen uiteraard afwijken; dit is een spel van vraag en aanbod.
In aantal is de sociale huurvoorraad groot genoeg, maar door scheefheid is de beschikbaarheid
minder groot; er is op dit moment grofweg sprake van ongeveer een balanssituatie, met beperkte
wachttijd (zie figuur 8 en de passage "Komende jaren wel meer vraag").
5
Marktomstandigheden vragen om een flexibel programma met exitmogelijkheden
Regionale afstemming
Programmering sociale huur
KAW archicectert en adviseurs