Tweede agrarische bedrijfswoningen.
e. Het bouwen van een tweede dienstwoning binnen het bouwperceel van een be-
staand agrarisch bedrijf, mits conform de LNV-richtlijn 'Advies agrarische bouw-
aanvragen en aanlegvergunningen' en of andere kengetallen of adviezen van
deskundigen is aangetoond dat de bedrijfsomvang een duurzame en
volwaardige arbeidsbehoefte voor twee personen rechtvaardigt en dat de aard
van de bedrijfsvoering noodzaakt tot permanente aanwezigheid en toezicht,
waarin niet op andere passende wijze (via technische hulpmiddelen) kan worden
voorzien.
Bestaande recreatiewoningen.
f. Vrijstelling voor bestemmingsplanafwijking t.b.v. een geheel of gedeeltelijke ver-
nieuwing, vervanging, verandering of uitbreiding van een (bestaande), als zo da-
nig bestemde, recreatiewoning, mits de vernieuwing, vervanging, verandering of
uitbreiding plaatsvindt op dezelfde locatie, tenzij dat o.g.v. in acht te nemen re-
gelgeving redelijkerwijs niet kan worden verlangd en de recreatiewoning na uit
breiding geen grotere oppervlakte krijgt dan 80 m2, met dien verstande dat een
bestaande recreatiewoning met een grotere oppervlakte dan 80 m2 mag uitbrei-
den tot maximaal 110m2 (inclusief 10% uitbreiding).
Mobiele telecommunicatie.
g. Oprichting van antennemasten en bijbehorende andere bouwwerken ten dienste
van de mobiele telecommunicatie, inclusief het bouwwerk waarop de antenne-
mast (eventueel) wordt geplaatst, mits een totale hoogte van 20 meter niet wordt
overschreden en blijkens de ruimtelijke onderbouwing geen onevenredige af
breuk wordt gedaan aan het landschaps- en bebouwingsbeeld, blijkende uit
het (zoveel mogelijk) benutten van de mogelijkheden van site-sharing, het zo
veel mogelijk aansluiten op bij bestaande verticale elementen in de omgeving,
het zoveel mogelijk aansluiten bij bestaande landschapselementen.
De EHS- en overige natuurgebieden dienen bij toepassing van deze vrijstelling
te worden ontzien.
Nieuwbouw woning ter vervanging voormalige agrarische opstal.
h(1). Nieuwbouw van een burgerwoning ter plaatse en ter vervanging van een
aan het agrarisch gebruik onttrokken boerderij, mits uit een bouwkundig
advies blijkt dat de boerderij bouwkundig ongeschikt is voor bewoning en de
nieuwe (woon)functie blijkens de aan de vrijstelling ten grondslag liggende
ruimtelijke onderbouwing in stedenbouwkundig, landschappelijk en milieukun-
dig opzicht blijvend in de omgeving kan worden ingepast. Toepassing van de
ze aangewezen vrijstelling is niet toegestaan voor vervanging van de volgens
het gemeentelijk bestemmingsplan aangewezen karakteristieke of krachtens
de Monumentenwet beschermde boerderijen.
De oppervlakte van het hoofdgebouw van de vervangende woning mag niet
meer bedragen dan die van het hoofdgebouw van de te slopen voormalige
boerderij. Bedraagt de oppervlakte van de vervangende woning meer dan 300
m2 dan moet in de ruimtelijke onderbouwing in elk geval gemotiveerd worden
aangetoond dat geen onevenredige afbreuk aan het landschaps- en bebou
wingsbeeld wordt gedaan.
Voor de toegestane oppervlakte van aan- en bijgebouwen bij vervangende
woningen is de aangewezen vrijstelling voor aan- en bijgebouwen bij bestaan
de woningen (zie onderdeel b, respectievelijk c.) van overeenkomstige toe
passing.
(Sanering) bijgebouwen bij nieuwbouw woning ter vervanging vm. agrarische opstal.