gemeentelijk museum, die de kosten niet dekken, niet aan de begripsomschrijving voldoen en
dus geen subsidie zijn.5
Kredieten en deelnemingen in een vennootschap kunnen zowel wel als niet een subsidie zijn:
Wei: Kredietverlening door de gemeente zal in de regel gebeuren als de commerciele banken
niet of onvoldoende in de behoefte van hun clienten willen of kunnen voorzien. In de praktijk
wordt een dergelijke kredietverlening uitgevoerd door de Gemeentelijke Kredietbank
(GKB).6 De GKB verschaft in een dergelijke situatie aangepaste, niet-commerciele
kredietvormen, die uitsluitend gericht zijn op door de ontvanger te ondememen activiteiten,
zoals schuldsanering. In dat geval is er sprake van een subsidieverhouding.
Niet: Kredieten, die door de GKB als consumentenkrediet worden verschaft, vallen niet onder
het subsidiebegrip. Het bedrag wordt dan immers niet verstrekt ten behoeve van een bepaalde
activiteit.
Deelneming in het aandelenkapitaal van een vennootschap wordt geacht niet te zijn gericht op
bepaalde activiteiten van de ondememing. Het aandelenkapitaal is immers gericht op alle
huidige en toekomstige activiteiten van de vennootschap. Daarmee is er geen sprake van een
subsidie in de zin van de Awb.
b. Verstrekt door een bestuursorgaan
Slechts wanneer de financiele middelen worden verstrekt door een bestuursorgaan in de zin
van artikel 1:1 van de Awb kan er sprake zijn van een subsidie. Geld van particulieren, zoals
fondsen, waarmee activiteiten van andere particulieren mogelijk worden gemaakt, vallen niet
onder het subsidiebegrip. De rechtsverhouding tussen particuliere en privaatrechtelijke
personen valt immers niet onder de Awb.
De meeste subsidies worden door de 'reguliere' bestuursorganen verstrekt. Het is echter van
belang om in ogenschouw te nemen, dat ook particuliere fondsen en instellingen, die op grand
van een wettelijk voorschrift zijn belast met het geven van subsidies ten laste van openbare
middelen, een bestuursorgaan zijn in de zin van artikel 11 van de Awb. Dergelijke
privaatrechtelijke rechtspersonen kunnen op grand van art 1:1, lid 1, onder b van de Awb als
bestuursorgaan worden aangemerkt.
c. Met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager
Een subsidie wordt altijd verstrekt met een bepaald doel, voor bepaalde activiteiten. De
wetgever heeft bepaald dat er sprake moet zijn van bepaalde, duidelijk omschreven
activiteiten van de ontvanger. De bestedingsrichting van de middelen moet dus duidelijk zijn.
Om deze reden vallen bijvoorbeeld sociale uitkeringen niet onder de noemer 'subsidie'. Het
verschaffen van financiele middelen om te voorzien in de kosten van het bestaan gebeurt niet
met het oog op bepaalde activiteiten van de aanvrager. Het betreft een algehele of aanvullende
inkomensvoorziening, bijvoorbeeld op grand van de Wet werk en bijstand (WWB).
5 Het verstrekken van goederen en diensten kan wel de verwerkelijking van een overheidstaak betreffen en niet louter een economische
transactie. Alhoewel er dus bij subsidie in nature geen sprake is van subsidie in de zin van de Awb, betekent dit niet automatisch dat het
besluit over de verstrekking ervan niet als een besluit in de zin van artikel 1:3 Awb kan worden aangemerkt. Bijvoorbeeld, indien een
gemeente eerst de sportverenigingen rechtstreeks subsidieert en dit wijzigt in een overeenkomst met de sportaccommodatie, waardoor de
sportverenigingen geen huur meer hoeven te betalen.
6 De Gemeentelijke Kredietbank (ook wel Volkskredietbank of Stadsbank genoemd) is een sociale bank, die veelal op initiatief van e6n of
meerder gemeenten is opgericht. De taak van deze bank is aan diegenen, die niet tegen de gebruikelijke voorwaarden bij de commerciele
kredietverstrekkers geld kunnen lenen, een krediet te verstrekken.