toepassing te verklaren op jaarlijkse subsidies. In plaats daarvan zijn enkele bepalingen eruit
gelicht of in vereenvoudigde vonn overgenomen. Zoals bijvoorbeeld in artikel 5, lid 5, en
artikel 10, lid 2 van deze verordening.
Ook in het hanteren van uniforme kostenbegrippen en het toepassen van uniforme
berekeningswijzen voor de berekening van uurtarieven kan veel lastenbesparing worden
gerealiseerd. Als gemeenten, daar waar van toepassing, bovengenoemde rijksbrede uniforme
begrippen ovememen of verder aansluiten bij de Handreiking Overheidstarieven in hun
gemeentelijke (subsidie)regelgeving, zorgt dit er uiteindelijk voor dat het zowel voor de
aanvragers als de verstrekkers van subsidie een stuk duidelijker wordt.
Gemeenten wordt aangeraden bij het bepalen van standaardtermijnen aan te sluiten bij
hetgeen in deze Algemene verordening is opgenomen en desgewenst bij wat in de tabel over
de door het Rijk gehanteerde termijnen staat beschreven. Deze termijnen zijn feitelijk een
nadere invulling van de Awb en dus ook juridisch daarop afgestemd. Als er in een individueel
geval niet aan kan worden voldaan, kan op grond van artikel 4:14 Awb een langere termijn
worden gehanteerd. Let op: dit zijn maximum termijnen. Een beschikking kan ook sneller
worden afgegeven!
Beslistermijnen en Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen
Per 1 oktober 2009 is de Wet dwangsom en beroep bij niet tijdig beslissen in werking
getreden. Hierdoor lopen bestuursorganen, die zich niet aan de termijnen houden, het risico
met een dwangsom te worden geconfronteerd. Het doel van de wet is waarborgen dat de
overheid een betrouwbare partner is van burgers, bedrijven en maatschappelijke organisaties.
In de wet staat dat de overheid dit onder andere moet doen door tijdig te beslissen op een
aanvraag. De aanvrager heeft daar recht op. Tijdig betekent: binnen de geldende termijn. Dat
kan een wettelijke of een redelijke termijn zijn. Een beslissing moet zonodig kunnen worden
afgedwongen. Onder bepaalde voorwaarden kan de gemeente de beslistermijn verlengen. De
wet omschrijft de volgende situaties:
1De gemeente verzoekt de aanvrager de aanvraag aan te vullen door meer informatie te
verschaffen.
2. Als de gemeente wacht op informatie uit het buitenland.
3. Als de aanvrager schriftelijk instemt met uitstel.
4. Als de vertraging de schuld is van de aanvrager, bijvoorbeeld als hij steeds opnieuw
vraagt om uitstel van aan te leveren gegevens of de dag voor de beslistermijn afloopt een
dik pak met aanvullende gegevens opstuurt.
5. Als de gemeente door overmacht niet in staat is te beslissen. Er moeten dan wel abnormale
en onvoorziene omstandigheden zijn, waarop de gemeente geen invloed heeft, zoals het
volledig afbranden of onder water lopen van het gemeentehuis.
In bijna alle gevallen dient de gemeente de aanvrager direct mee te delen, dat de beslistermijn
is opgeschort en binnen welke termijn alsnog een beslissing moet worden genomen. Met de in
de verordening opgenomen mogelijkheid om de beslistermijn te verlengen, moet dus niet al te
makkelijk worden omgegaan. De in deze Algemene verordening gekozen termijnen voor
besluiten zijn met 13 weken aan de ruime kant. Voor de beoordeling van complexe
subsidieaanvragen heel redelijk; voor afhandeling van een eenvoudig besluit tot
subsidievaststelling zeer ruim. De praktijk leert dat gemeenten wel alert zijn op het verstrijken
van de termijn bij een besluit tot aanvraag van een subsidie en minder alert bij besluiten op
verzoeken tot vaststellen van een subsidie. De wet biedt voldoende handvatten om pro-actief
te reageren. Maak, indien nodig, vooral gebruik van de mogelijkheid om de aanvrager
schriftelijk te laten instemmen met onvoorzien uitstel.