ARTIKELSGEWIJZE TOELICHTING
Leeswijzer: De opzet van dit model Algemene subsidieverordening is om gemeenten een
handreiking te bieden met basisvoorwaarden voor de Algemene subsidieverordening die zij
op dienen te stellen. De handreiking en de artikelsgewijze toelichting zijn geschreven voor de
jurist en beleidsambtenaar bij de gemeente die deze Algemene subsidieverordening gaan
opstellen. Daarom zijn er in de artikelsgewijze toelichting voorbeelden en uitleg opgenomen
die kunnen helpen bij de beleidskeuzen die de gemeente in het kader van de feitelijke
inrichting van hun Algemene subsidieverordening zal moeten maken. Het is derhalve niet de
bedoeling dat de artikelsgewijze toelichting bij dit model integraal wordt overgenomen in de
toelichting bij de door de gemeente op te stellen Algemene subsidieverordening.
Artikel 1. Begripsomschrijvingen
In dit artikel wordt een aantal begrippen verduidelijkt, dat in de verordening wordt
gehanteerd.
Er is in de defmities een onderscheid gemaakt tussen verschillende vormen van subsidie. De
jaarlijkse subsidie, die bij voorkeur voor meerdere jaren wordt verleend en veelal op
voortdurende activiteiten van een instelling betrekking heeft. Hierbij kan worden gedacht aan
exploitatiesubsidies en subsidie in de loonkosten. In de onderhavige verordening is bepaald
dat deze voor een periode van ten hoogste vier jaren worden verstrekt. Na het verstrijken van
die periode kan uiteraard opnieuw worden besloten een jaarlijkse subsidie te verstrekken.
Voor de periode van 4 jaar is gekozen, omdat deze termijn en aansluit bij de zittingstermijn
van de raad (hoewel die termijnen uiteraard niet gelijk hoeven te lopen) en het een goede
termijn lijkt om te bezien of eerder vastgestelde beleidsdoelen nog gelden en, zo ja, die met de
verstrekte subsidies worden gediend. Als deze subsidie voor langer dan drie jaar aan een
instelling wordt verstrekt voor de uitvoering van dezelfde activiteit(en), ontstaat er een
subsidierelatie, zoals beschreven in artikel 4:51 van de Awb en dient bij weigering van de
subsidie voor een nieuw tijdvak een redelijke termijn in acht te worden genomen. In deze
verordening is er bewust niet voor gekozen het regime van afdeling 4.2.8 van de Awb in zijn
geheel van toepassing te verklaren op de jaarlijkse subsidie. Afdeling 4.2.8 biedt een regeling
voor subsidies waarbij het bestuursorgaan flnancieel en beleidsmatig sterk betrokken is,
hetgeen zeker niet bij iedere door gemeenten verstrekte jaarlijkse subsidie het geval is.
Bovendien kunnen bij de jaarlijks verstrekte subsidies in de subsidiebeschikking zeer goed
afspraken op dit punt worden vastgelegd. Juist bij per jaarlijks verstrekte subsidies is de aard
en grote van de instelling en de hoogte van de subsidie bepalend voor de omvang van
aanvullende afspraken.
Eenmalige subsidies zijn subsidies die voor een eenmalige activiteit of een activiteit,
waarvoor het college slechts voor een van te voren bepaalde tijd van maximaal 4 jaar subsidie
wil verlenen. Te denken valt aan een subsidie ten behoeve van het doorgang doen vinden van
de gebruikelijke activiteiten van de subsidieontvanger, terwijl die doorgang door bijzondere,
incidentele omstandigheden anders niet gewaarborgd zou zijn. Hierbij kan worden gedacht
aan inhuur van uitzendkrachten voor de vervanging van niet-verzekerd, arbeidsongeschikt
geworden personeel, het vervangen van een teloor gegaan bedrijfsgebouw en dergelijke. Of
aan projectsubsidies die worden gegeven voor door de subsidieontvanger te realiseren
bijzondere projecten, zoals bijvoorbeeld een dansvoorstelling of kunstmanifestatie. Eenmalige
subsidies hebben een looptijd, afhankelijk van de duur van het project en kunnen onder
omstandigheden dus een looptijd hebben van langer dan een jaar.
Een bijzondere vorm van eenmalige subsidies betreft de waarderingssubsidies. Het is een
benaming die door gemeenten veelal wordt gebruikt, maar in juridische zin niet veel toevoegt