De welstandsnota De welstandsnota moet inhoudelijke kennis koppelen aan juridisch houdbare criteria en efficiente procedures. Bovendien moet de nota leesbaar, begrijpelijk en opwekkend zijn voor verschillende 'gebruikers'. Dit programma van eisen levert een gelaagde nota op waarin welstandscriteria in allerlei soorten en maten worden uitgewerkt. Deze welstandnota(2010) is een vervolg op de nota van 2009 vanwege de Wabo. In hoofdlijnen zijn de uitgangspunten onveranderd echter op enkele punten zijn bepaalde spanningsvelden in de nota met ander beleid en visies(zoals bijv. bestemmingsplannen) op elkaar afgestemd. Hoofdstuk 1 begint met een beschrijving van het ruimtelijk kwaliteitsbeleid en de werkwijze van de welstandscommissie. Daama volgen paragrafen over de verantwoordelijkheden van de gemeenteraad en burgemeester en wethouders bij respectievelijk de vaststelling en de uitvoering van het welstandsbeleid. Vervolgens wordt ingegaan op de betekenis en de inhoud van het advies van de welstandscommissie. In de volgende paragrafen komt de welstandscommissie aan de orde. Tot slot volgen paragrafen over de openbaarheid van de vergaderingen van de welstandscommissie, de mogelijkheden voor vooroverleg met de welstandscommissie, de werkwijze bij projecten waar planbegeleiding door een supervisor plaatsvindt en over de handhaving van het welstandsbeleid en de excessenregeling. Hoofdstuk 2 van de welstandsnota geeft de criteria die burgemeester en wethouders en de welstandscommissie gebruiken bij het welstandsoordeel. Allereerst worden de algemene welstandsaspecten beschreven die gelden als uitgangspunt voor iedere welstandsbeoordeling. Daama worden de gebiedsgerichte welstandscriteria gegeven. Deze worden bij iedere welstandsbeoordeling gebruikt om te beoordelen hoe het bouwwerk zich gedraagt in zijn omgeving. Er zijn 10 gebiedstypen onderscheiden die elk een eigen set van welstandscriteria hebben gekregen. In de volgende paragraaf van het tweede hoofdstuk worden welstandscriteria gegeven voor specifieke bouwwerken (boerderijen). Daama volgt een paragraaf over welstandscriteria voor veel voorkomende kleine bouwplannen. De welstandscriteria voor deze kleine bouwplannen zijn vrijwel objectief zodat een ambtelijke toets mogelijk is. Alleen als zo'n bouwplan van de criteria afwijkt of als in een bijzondere situatie de criteria niet van toepassing kunnen zijn, wordt het plan aan de welstandscommissie voorgelegd. Deze welstandscriteria voor de kleine bouwplannen zijn opgenomen in een afzonderlijk document. In de laatste paragraaf wordt tot slot de procedure gegeven voor het opstellen van welstandscriteria voor grotere (her-) ontwikkelingsprojecten. De nota wordt afgesloten met een overgangsbepaling en bijlagen. Gebruik van de welstandsnota en hardheidsclausule Of een plan vergunningsvrij of vergunningplichtig is, is vastgesteld in het Besluit Maart 2010; regels ter uitvoering van de Wet algemene bepalingen omgevingsrecht(Bor). Ter toelichting: Voor vergunningsvrije bouwwerken is geen preventief welstandstoezicht aan de orde. Voor vergunningsplichtige bouwplannen is dan de vraag op grond van welke welstandscriteria zij worden beoordeeld.

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2011 | | pagina 135