BIJLAGE 2 Begrippenlijst Aan- uitbouwen Achterkant Afdak een onderdeel van een hoofdgebouw dat door de vorm daarvan onderscheiden kan worden en dat door zijn ligging en/of in architectonisch opzicht ondergeschikt is aan de hoofdvormen. de achtergevel, het achtererf en het dakvlak aan de achterzijde van een gebouw; de zijgevel, het zijerf en het dakvlak aan de zijkant van een gebouw voorzover die zijde niet direct grenst aan de weg of openbaar groen. dak dat is aangebracht tegen een muur of gebouw om tegen neerslag te beschermen Asymmetrische kap zadeldak waarbij het dakvlak aan 1 zijde doorloopt tot aan de gevel van de daaronder gelegen bouwlaag Band horizontale versiering in de gevel in afwijkend materiaal, meestal natuursteen of baksteen Bedrijfsbebouwing gebouwen ten behoeve van bedrijven zoals hallen, werkplaatsen en loodsen; hebben meestal een utilitair karakter Beschot Bestrating Bij gebouw Blinde muur/gevel Borstwering Boeibord Boerderij Bouwblok Bouwlaag Bovenbouw afwerking van een wand met planken, schroten of rabatdelen verharding in de vorm van straatstenen of tegels een op zichzelf staand gebouw dat gelet op de bestemming en door zijn ligging en/of architectonische verschijningsvorm ondergeschikt is aan een op het zelfde bouwperceel gelegen hoofdgebouw. gevel of muur zonder raam, deur of andere opening lage dichte muur tot borsthoogte opstaande kant van een dakgoot of dakrand, meestal uitgevoerd in hout of plaatmateriaal gebouw of gebouwen op een erf met een (oorspronkelijk) agrarische functie en het daarbij horende woonhuis waaronder de stolp, kop-hals- romp en andere typen een aan alle zijden door straten en wegen begrensde groep gebouwen verdieping van een gebouw het bovendeel van een gebouw; heeft meestal betrekking op de schuine kap van een huis met de daarbij behorende kopgevels 49

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2011 | | pagina 179