Dit besluit wordt genomen op basis van artikelen 77 en volgende van (Titel IV van) de Onteigeningswet, dat onteigening de perceelsgedeelten mogelijk maakt ten behoeve van de realisatie van een bestemmingsplan. Het raadsbesluit waarbij het verzoek tot onteigening bij de Kroon wordt ingediend betekent de start van de zg. administratieve procedure. Tegen het besluit van de raad is geen bezwaar/beroep mogelijk. Het verzoeksbesluit moet worden ingediend te samen met de in artikel 79 OW genoemde documenten. Daartoe kan bij voorkeur gebruik worden gemaakt van de set digitale formulieren die in de Handreiking onteigeningen Titel IV 2010 d.d. 23 november 2010 is gepresenteerd. Deze Handreiking is voor u bij de stukken ter inzage gelegd. Na ontvangst van het verzoek zal het Ministerie van Infrastructuur en Milieu (IENM) een eerste toets op volledigheid en juistheid van de documenten verrichten, een ontwerp KB opstellen en dit ontwerp ter inzage (laten) leggen. Dit gebeurt op grond van de bepalingen van de Algemene wet bestuursrecht. De grondeigenaren en andere belanghebbenden kunnen gedurende 6 weken hun zienswijze op het ontwerp KB indienen. Zij worden in de gelegenheid gesteld te worden gehoord. Daama zal de minister een definitief voorontwerp KB opstellen en voorleggen aan de Raad van State. De Minister zal daama het ontwerp KB met het advies van de RvS ter bekrachtiging voorleggen aan de Koningin. De bekrachtiging dient binnen 6 maanden na afloop van de termijn van ter inzage legging van het ontwerp KB te worden ondertekend. Dit is een fatale termijn. Wordt deze overschreden dan wordt het verzoek tot onteigening geacht te zijn afgewezen. Zodra een Koninklijk Besluit tot onteigening is ontvangen, kan hiermee de rechter om een vonnis worden gevraagd, waarvan de inschrijving leidt tot het daadwerkelijk overgaan van het eigendom naar de gemeente (gerechtelijke onteigeningsprocedure). De rechter bepaalt ook de hoogte van de schadeloosstelling. De mogelijkheid is aanwezig om voomitlopend op het (eind-)vonnis de rechter te vragen het eigendom vervroegd in gebmik te mogen nemen. Gelet op de resterende looptijd van het plan, zal dit zeker worden gevraagd. Wij zijn van mening dat in het minnelijk onderhandelingstraject zorgvuldig is gehandeld, met als resultaat een gedegen dossier als basis voor het verzoek tot onteigening. Wij brengen uitdrukkelijk naar voren dat wij gedurende het gehele verdere traject in overleg zullen blijven met eigenaren/belanghebbenden om alsnog tot overeenstemming te komen. Indien in de toekomst alsnog percelen minnelijk zullen worden verworven, dan zal de Kroon worden gevraagd voor de betreffende perceelsgedeelten alsnog af te zien van onteigening. Omdat ten behoeve van de uitvoering van dit besluit de nodige acties moeten worden uitgevoerd, stellen wij u voor ons op te dragen al het nodige te doen ter verkrijging van het benodigde Koninklijke Besluit. De grondslag voor de onteigening is het bestemmingsplan Noordelijke elfsteden vaarroute, dat door uw raad is vastgesteld op 30 juni 2011 Aangezien het bestemmingsplan nog niet onherroepelijk is, betekent dit, dat a. niet tot dagvaarding overeenkomstig artikel 18 Onteigeningswet wordt over gegaan alvorens het bestemmingsplan Noordelijke elfsteden vaarroute onherroepelijk is. b. Het verzoek tot onteigening wordt ingetrokken indien en voor zover het bestemmingsplan Noordelijke elfsteden vaarroute wordt vemietigd. Tot slot merken wij op dat zelfrealisatie van de bestemming "water" door de grondeigenaren uitdrukkelijk niet aan de orde is en kan zijn, omdat wij vanwege de complexiteit integraliteit en doelmatigheid de verbreding en verdieping van de vaargeul zelf willen realiseren. Zelfrealisatie is wel mogelijk voor de andere bestemmingen. In een aantal gesloten

Historisch Centrum Leeuwarden

Notulen van de gemeenteraad van Leeuwarderadeel | 2011 | | pagina 202