2.3.18 Verklaring van geen bedenkingen
2.3.18.1 Onverminderd het bepaalde in de voorgaande onderdelen van dit hoofdstuk bedraagt het
tarief, indien een daartoe bij wet of algemene maatregel van bestuur aangewezen
bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven voordat de
omgevingsvergunning kan worden verleend, als bedoeld in artikel 2.27, eerste lid, van de
Wabo:
2.3.18.1.1 indien de gemeenteraad een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: 558,25
2.3.18.1.2 indien een ander bestuursorgaan een verklaring van geen bedenkingen moet afgeven: het
bedrag van de voorafgaand aan het in behandeling nemen van de aanvraag om een
omgevingsvergunning aan de aanvrager meegedeelde kosten, blijkend uit een begroting die
door het college van burgemeester en wethouders is opgesteld.
2.3.18.2 Indien een begroting als bedoeld in 2.3.18.1.2 is uitgebracht, wordt een aanvraag in
behandeling genomen op de vijfde werkdag na de dag waarop de begroting aan de
aanvrager ter kennis is gebracht, tenzij de aanvraag voor deze vijfde werkdag schriftelijk is
ingetrokken.
Hoofdstuk 4 Vermindering
2.4.1 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning is voorafgegaan door een aanvraag om
vooroverleg of beoordeling van een conceptaanvraag als bedoeld in hoofdstuk 2, waarop de
eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het vooroverleg of de
beoordeling van de conceptaanvraag geheven leges in mindering gebracht op de leges voor
het in behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning bedoeld in
hoofdstuk 3.
2.4.2 Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning betrekking heeft op meer dan vijf
activiteiten, bestaat aanspraak op vermindering van leges, met uitzondering van het
legesdeel in verband met adviezen of verklaringen van geen bedenkingen als bedoeld in de
onderdelen 2.3.17 en 2.3.18. De vermindering bedraagt:
2.4.2.1 bij 5 tot 10 activiteiten: 5%
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
2.4.2.2 bij 10 tot 15 activiteiten: 10%
van de voor die activiteiten verschuldigde leges;
2.4.2.3 bij 15 of meer activiteiten: 150/,°
van de voor die activiteiten verschuldigde leges.
2.4.3
Indien de aanvraag om een omgevingsvergunning of de aanvraag om een
bestemmingswijziging is voorafgegaan door een principeverzoek als bedoeld in onderdeel
2.3.4., waarop de eerstgenoemde aanvraag betrekking heeft, worden de ter zake van het
principeverzoek geheven leges voor 50% in mindering gebracht op de leges voor het in
behandeling nemen van de aanvraag om de omgevingsvergunning als bedoeld in hoofdstuk
3 of de aanvraag om bestemmingswijziging als bedoeld in hoofdstuk 8. 50%
Hoofdstuk 5 Teruggaaf
2.5.1 Teruggaaf als gevolg van intrekking aanvraag omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten
Als een aanvrager zijn aanvraag om een omgevingsvergunning voor een project dat geheel
of gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten, als bedoeld in de onderdelen
2.3.12.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt terwijl deze reeds in behandeling is genomen door de
gemeente, bestaat aanspraak op teruggaaf van een deel van de leges. De teruggaaf
bedraagt:
2.5.1.1 indien de aanvraag wordt ingetrokken na het in behandeling nemen ervan 50%
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges;
2.5.2 Teruggaaf als gevolg van intrekking verleende omgevingsvergunning voor bouw-, aanleg- of
sloopactiviteiten
Als de gemeente een verleende omgevingsvergunning voor een project dat geheel of
gedeeltelijk bestaat uit bouw-, aanleg- of sloopactiviteiten als bedoeld in de onderdelen 2.3.1
2.3.2, 2.3.6 en 2.3.7, intrekt op aanvraag van de vergunninghouder, bestaat aanspraak op
teruggaaf van een deel van de leges, mits deze aanvraag is ingediend binnen 2 jaren na
verlening van de vergunning en van de vergunning geen gebruik is gemaakt. De teruggaaf
bedraagt: 10/o
van de op grond van die onderdelen voor de betreffende activiteit verschuldigde leges.
09 Bijlage H Tarieventabel 2012 DEF 1-1
Pagina 14