Inleiding
Doel van dit voorstel is het goed regelen van de rechtspositie van de griffier (en de
griffiemedewerkers), overeenkomstig een handreiking die opgesteld is door de Vereniging
van Nederlandse Gemeenten (VNG), de Vereniging van Raadsleden (Raadslid.NU) en de
Vereniging van Griffiers (VvG).
De Gemeentewet maakt een onderscheid tussen de ambtenaren die bij de gemeente in dienst
zijn op basis van wie het bevoegd gezag is. Het college van B&W is bevoegd gezag van de
secretaris en alle andere ambtenaren, met uitzondering van de griffier en op de griffie
werkzame ambtenaren. Voor de griffier en de griffieambtenaren is de raad het bevoegd
gezag. Deze formele splitsing tussen ambtenaren is een gevolg van de dualisering van het
gemeentebestuur. Raad en college hebben sinds de invoering van de dualisering in 2002 elk
eigen bevoegdheden en een eigen ambtelijke ondersteuning.
Het feit dat de raad het niet over te dragen recht, maar ook de wettelijke plicht heeft, de
griffier, zijn vervanger en de medewerkers van de griffie te benoemen, maakt de raad tot
werkgever. Het is echter onmogelijk op elk moment dat dit noodzakelijk is de raad als
totaliteit de noodzakelijke besluiten te laten nemen of handelingen te laten uit voeren.
Daarom verdient het aanbeveling voor de min of meer dagelijkse werkgeverstaken uit de
raad een commissie samen te stellen die deze uitvoert: de werkgeverscommissie. Ook kan
deze commissie met het college afspraken maken over de inzet van bijvoorbeeld
medewerkers van de afdeling P&O om de raad te adviseren en te ondersteunen bij de
genoemde taken. De wettelijke basis voor een dergelijke bestuurcommissie kan gevonden
worden in art. 83 van de Gemeentewet.
Een werkgeverscommissie kan besluiten nemen over personele zaken als het verlenen van
vakantie en verlof, het geven van instructies en kan besluiten nemen m.b.t. de ontwikkeling,
beoordeling en beloning van de griffier en de griffiemedewerkers. De commissie is ook een
goed forum voor het houden van functionering- en beoordelingsgesprekken met de griffier.
De werkgeverscommissie kan de aan haar gedelegeerde personele taken en bevoegdheden
betreffende de griffiemedewerkers in mandaat laten uitvoeren door de griffier.
De bevoegdheid van de raad voor het benoemen, schorsen of ontslaan van de griffier wordt
in dit voorstel uitgezonderd van overdracht aan de werkgeverscommissie. Ook de
bevoegdheid tot vaststelling van de instructie griffier, de vervanging van de griffier en de
vaststelling van de organisatieverordening worden uitgezonderd van overdracht.
Argumenten
Dit voorstel is gebaseerd op de volgende argumenten:
a- Het instellen van een werkgeverscommissie is een landelijk sterk aanbevolen
en pragmatische oplossing voor het werkgeverschap van de raad.
De raad bezit het niet-over-te-dragen recht, maar ook de wettelijke plicht om de
griffier (en zijn vervanger en eventueel griffiepersoneel) te benoemen, schorsen en
ontslaan (artikel 107 Gemeentewet). Dit maakt de raad tot werkgever. Het is echter
onpraktisch en onmogelijk op elk moment dat dit noodzakelijk is de raad als
totaliteit de noodzakelijke besluiten te laten nemen of handelingen te laten uitvoeren.
b- De werkgeverscommissie biedt alle mogelijkheden voor de raad om te doen wat op