3 Programma: 1 Burger en Bestuur
Portefeuillehouder: dhr J.R.A. Boertjens
Algemeen
Dit programma bestaat uit onderwerpen die betrekking hebben op de relaties tussen het bestuur en de
burger. Daarbij gaat het om het realiseren van de gewenste maatschappelijke doelstellingen, de
voorlichting, de burgerparticipatie en de gemeentelijke dienstverlening.
Wat willen we bereiken?
Wij willen een gemeente zijn en blijven, waarbij de dienstverlening aan de burgers, de
organisaties en de maatschappelijke instellingen adequaat en optimaal is. Daarbij wordt
samengewerkt met de zgn. Middelseegemeenten zoals overeengekomen in het convenant van
23 januari 2007. Daar waar de samenwerking niet toereikend is, wordt samenwerking gezocht
met andere gemeenten op die terreinen waar dat een meerwaarde oplevert voor burger en
bestuur. Deze samenwerking mag niet nadelig voor de Middelseesamenwerking zijn.
Wat hebben we bereikt?
Het beoogde maatschappelijk effect is:
Prioriteit
Kwalitatieve doelstelling
(beoogd effect)
Kwantitatieve doelstelling
(meetbaar resultaat)
Middelseesamenwerking
Uitvoering geven aan de
afspraken in het convenant en
het als uitvoering daarop
gebaseerde collegebesluit
'versterking samenwerking
Middelsee Gemeenten'.
Het doel is door samenwerking
de dienstverlening richting
burgers op een hoger niveau te
brengen en verder dat bij de
kostenontwikkeling van de
uitvoering van de wettelijke en
autonome taken 'minder-meer'
financiele middelen ingezet
moeten worden dan dat deze
taken verricht (blijven) worden
in eigen beheer.
In 2011 is wel invulling
gegeven aan de verdere
samenwerking van de
Middelsee gemeenten. Echter
de besluitvorming hierover in
de gemeenteraad van
Ferwerderadiel heeft hieraan
een geheel andere wending
gegeven. Deze besloot
samenwerking via een
matrixconstructie ook uit te
sluiten, terwijl dat in een
detacheringconstructie wel de
opzet was.
Het college is vervolgens met
de gemeenten het Bildt en
Menaldumadeel in gesprek
gegaan over de bestuurlijke
toekomst voor deze drie
gemeenten. Dit proces zal in
2012 verder vervolgd worden.
6-113